DE ZEEUWSE HAVENS
wegen, spoorwegen en pijpleidingstraten. Tot het langgerekte haven
gebied van Terneuzen worden ook de havens van Sas van Gent gere
kend. Dit totale havengebied beslaat een oppervlakte van 2051 hectare,
waarvan 199 hectare natte infrastructuur is en 81 hectare droge infra
structuur. In Vlissingen-Oost is ongeveer nog 300 hectare terstond
uitgeefbaar terrein aanwezig, terwijl dat in Terneuzen 30 hectare is.
Dit laatste getal wordt binnen afzienbare tijd sterk vergroot door de
aanleg van het havengebied op de Axelse Vlakte/Autrichepolder.
Overzicht kerngegevens Zeeland Seaports
Onderdeel
Totale oppervlakte
Droge infrastructuur
Natte infrastructuur
Aantal zeeschepen 1997
Totaal zeetonnen 1997
Directe werkgelegenheid 1996
Terstond uitgeefbaar terrein
Directe toegevoegde waarde
Indirecte toegevoegde waarde
Vlissingen
2392 hectare
427 hectare
448 hectare
3289
14,2 miljoen ton
8783 (incl. Borssele)
300 hectare
Zeeland Seaports totaal:
Zeeland Seaports totaal:
Terneuzen
2051 hectare
81 hectare
199 hectare
2187
I 1,8 miljoen ton
8254 (incl. Sas van Gent)
30 hectare
4,6 miljard gulden
3,3 miljard gulden
Afzonderlijke havenschappen Vlissingen en Terneuzen
Tot de oprichting van Zeeland Seaports in 1998 waren de havens van
Vlissingen-Oost en Terneuzen bestuurlijk gescheiden. In Terneuzen
en Sas van Gent was het havenbestuur de eerste decennia van de
twintigste eeuw een onderdeel van de verschillende gemeenten.
In Vlissingen regeerde de overheidsonderneming NV Haven van
Vlissingen. Beide havens kregen in de jaren zeventig om min of meer
dezelfde redenen de status van havenschap, dat bij wet werd opge
richt. De oprichting 'bij wet' wil zeggen dat de Rijksoverheid (de
ministeries van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat en Finan
ciën) ging participeren in het havenschap en dat het Rijk zowel zeg
genschap kreeg in de besluitvorming als meedraaide in de financiële
risico verdeling. Voor de havenschappen gold een risicoverdeling
tussen het Rijk, de Provincie en deelnemende gemeenten van respec
tievelijk vijftig procent, vijfentwintig procent en de nog eens vijfen
twintig procent die werd verdeeld over de deelnemende gemeenten.
De redenen om de bestuurlijke structuur in die dagen te veranderen
in een havenschap bij wet waren gelegen in de volgende overwegin
gen. Zeeland werd in de jaren vijftig en zestig nog gezien als een
economisch achtergebleven gebied. Voor jongeren die in 'Holland'
gingen studeren bood de regio te weinig economische kansen,
waardoor zij na hun studie niet meer naar Zeeland terugkeerden.
Men vreesde dat hierdoor op den duur een vergrijzing van de bevol
king zou ontstaan. Bovendien waren de Provincie Zeeland en de
51