KONINKLIJKE ZEELANDIA
Mevrouw A. Doeleman-
van der Valk
recept werd betaald - een zak houtjes kocht om de kachel te stoken.
Zijn moeder, toentertijd in verwachting van Joop, zegt dat het in
werkelijkheid om acht keer zoveel ging. Ze vond dat toen belachelijk.
Zoveel geld voor een zak hout! Daarop moet de oude HJD gezegd
hebben: "Kun je van een paar papieren briefjes van honderd evenveel
warmte verwachten?" In een brief uit die tijd (8 februari 1945) staat:
"Per week krijgen we nog 500 gram brood, waarvoor je dan ook eerst
nog een paar uur in de rij moet staan. Aardappelen zijn er in vier
weken lang niet geweest en groenten zie je helemaal niet meer...."
Steeds gaan brieven over eten. "Je dacht op den duur aan niets
anders", zegt mevrouw Doeleman.
Na de verovering van Walcheren en Zuid-Beveland door de geallieer
den werd het steeds moeilijker voor de achterblijvers. De stroom
toevoer werd afgesloten en Schouwen-Duiveland kwam onder
geallieerd artillerievuur te liggen. Ondanks de duizenden granaten,
die op Zierikzee vielen, waarbij ook slachtoffers te betreuren waren,
is er slechts één granaat in een koelcel van Zeelandia geslagen.
De machines waren uit voorzorg ingepakt in balen meel, maar
achteraf gezien was het niet eens nodig geweest.
Ook de watertoevoer stokte toen de Duitsers de watertoren opbliezen.
Na de oorlog moesten er tussen Haamstede en Bruinisse aanjaag-
stations gebouwd worden. Dat betekende in die tijd dat men slechts
een paar uur per dag over water kon beschikken.
Zeelandia, Zierikzee, de Zierikzeesche Nieuwsbode
en... de Doelemannen
Er is aan het eind van de oorlog sprake geweest van het verplaatsen
van Zeelandia naar een locatie "waar het isolement minder drukt".
De zinsnede moet in een brief van 20 januari 1945 van Boy Doeleman
staan. Die zinsnede wordt echter later gevolgd door: ik geloof
te sterk met Zierikzee verankerd te zijn om er weg te trekken".
Een verankering met Zierikzee, eigenlijk met heel Schouwen-
Duiveland. Dat is wat het handelen van Boy Doeleman in veel
opzichten heeft bepaald. Hij is geboren in 1911 als enige zoon van
HJD, was ook lang enig kind, tot dertien jaar later zijn zusje Marie
(1924) geboren werd. Die verbondenheid met Zierikzee had hij met
zijn vader gemeen. Na diens plotselinge dood in 1948, toen de volle
verantwoordelijkheid voor Zeelandia en het familiekapitaal op zijn
schouders kwam te rusten, kon hij die verbondenheid ook concreet
vertalen. Het meest pregnante voorbeeld daarvan is misschien wel
de koop van de Zierikzeesche Nieuwsbode, die door de huidige
bewindvoerders in 1998 aan de PZC is verkocht. Die verkoop houdt
de gemoederen op Schouwen-Duiveland nog steeds bezig. "Er gaat
niemand meer dood op Schouwen-Duiveland", hoor je dan beweren,
"althans, je leest het niet meer in de krant". Het waarom van de ver
koop is een rationele overweging. Er waren veel mee-lezers, dus rela-
78