HET ZIJN GEEN BOEREN MEER
Het zal zo wel niet gebeurd zijn, maar het lijkt me een mooi verhaal
dat hij wat somber peinzend uit het raam zat te staren naar die schit
terende kleine kreek voor zijn huis en toen ineens het 'eureka-gevoel'
kreeg. Dat uitzicht, waar hij zelf iedere dag zo van genoot, moest de
grondslag worden voor een nieuwe formule: zijn landschap als basis
voor zijn camping.
Niek vond de landschapscamping uit: veel natuur op en rond het
campingterrein. Daarvoor bestemde hij een aantal hectaren boeren
land, zodat er zich een omgeving kon ontwikkelen waar het land
schap en de campingklanten mee gediend waren. Een stuk land
wordt als het ware gedeeltelijk on-ontgonnen of terug-gegonnen
-gegeven. Misschien moesten we daar maar eens een nieuw woord
voor verzinnen, want het zal nog wel vaker gebeuren.
Niek Deïst maakt een enthousiaste indruk, zelfs als hij praat over al
die vergaderingen, werkgroepen en commissies die hij er voor door
staan heeft. Een en ander heeft heel wat voeten in de kurkdroge
bureaucratische aarde gehad.
Een camping, op een plaats waar dat niet mocht, meer plaatsen dan
oorspronkelijk was toegestaan, een nieuwe formule (vijf hectare
natuur op één hectare camping), een pilotproject worden voor de
provincie Zeeland en koploper in een experimentele serie van acht
locaties. Dat is een zeer arbeidsintensieve teelt, met meer werkgangen
tussen het zaaien en het oogsten dan een rechtgeaarde boer zou kun
nen verdragen. Maar Niek en zijn vrouw Esther zijn ondernemers.
Agrarische ondernemers met hun grond als productiemiddel, zoekend
naar voldoende rendement en daarmee gelijk naar de mogelijkheid
om te blijven wonen op de plek waar ze zo dol op zijn. Daarom ver
bouwen ze nu naast andere gewassen ook vakantieplezier.
Jan Geluk
Schouwen-Duiveland blijft boerenland... en meer
Jan Geluk uit Schuddebeurs is helemaal geen boer meer.
Hij had een groot agrarisch bedrijf, maar hij heeft de grond enige tijd
geleden verkocht. Zijn blik reikte altijd al verder dan de rand van zijn
akkers, anders kom je niet in ons nationale parlement.
Tot 1998 reikte zijn blik zelfs tot ver in Rusland. Zonder eigen agra
risch bedrijf had hij zijn handen vrij om in Kazachstan als adviseur
op te treden.
Nu is hij in het Nederlandse parlement sterk betrokken bij de ontwik
keling van het platteland en koppelt hij de landbouw en de economi
sche portefeuille aan elkaar.
De verkoop van zijn bedrijf beschrijft hij als een rationele aangelegen
heid. Hij praat over rendement, bedrijfsopvolging, investeringen,
etcetera en het daaruit voor hem logische besluit om te verkopen.
Niet door nood gedwongen, niet terneergeslagen door almaar nieuwe
regels, niet uit vrees voor een financiële neergang. Ook zijn eigen
bedrijf zou goede kansen gehad hebben in de toekomstige Europese
95