Tot slot
ZEEUWSE HAVENS ALS VESTIGINGSPLAATS
haven worden ontwikkeld voor schepen die containers in combinatie
met bulk of roll on/roll off-lading varen.
In de haven van Terneuzen spelen verschillende projecten waarbij de
synergie tussen Zeeland Seaports, provincie, gemeenten en het bedrijfsle
ven wordt gezocht. Een grootschalig project is bijvoorbeeld dat van de
Axelse Vlakte, die uiteindelijk in combinatie met de Autrichepolder een
haventerrein van 400 hectare zal vormen. Een speciaal opgerichte werk
groep met deelnemers van de Provincie Zeeland, het bedrijfsleven, de ge
meenten Terneuzen en Sas van Gent en Zeeland Seaports fungeert als plat
form om de duurzame inrichting van de Axelse Vlakte gestalte te geven.
Een ander voorbeeld is de samenwerking met Dow Benelux bij het ver
markten van de Mosselbanken. Tevens vindt coördinatie-overleg plaats
over de benodigde infrastructuur in samenhang met de Braakmanter-
minal voor binnenvaart en shortsea containers en de nieuw in te richten
Braakmanpolder waar aanverwante logistiek en distributie kunnen
plaatsvinden.
Tenslotte kan voor beide havens het zogenaamde reststoffenproject wor
den genoemd. Duurzame bedrijventerreinen hebben de toekomst en deze
terreinen kenmerken zich onder andere door een effectief en efficiënt
gebruik van grond-, hulp- en reststromen. Met name dit laatste onderdeel
wordt steeds belangrijker in het behalen van milieuwinst en het werven
van nieuwe bedrijven die graag van bestaande nutsvoorzieningen en
reststromen gebruik willen maken. Het idee is om Zeeland Seaports als
onafhankelijke intermediair tussen overheid en bedrijfsleven de zoge
naamde reststoffendatabase te laten beheren. Zij kan deze dan ook aan
wenden voor haar acquisitie-inspanningen.
De marktpositie van de Zeeuwse havens is op dit moment zeer gunstig.
Zeeland Seaports mag zich dan ook verheugen in tal van serieuze en
minder serieuze aanvragen voor nieuwe investeringen en vestigingen.
Het is steeds weer zaak uit te vinden wat de klant precies wil hebben en
werkelijk nodig heeft. Hoewel Zeeland Seaports nog over ruimte en tal
van andere aantrekkelijke vestigingsplaatsfactoren beschikt, gaat het er
niet alleen om te weten te komen welke criteria de klant zelf hanteert,
maar moet Zeeland Seaports als havenbeheerder ook zelf steeds weer
bepalen waar men een bepaalde klant in het havengebied wil accommo
deren. Dit samenspel maakt het iedere keer weer zo spannend of een eer
ste oriëntatiegesprek ook daadwerkelijk in een vestiging uitmondt. In dat
opzicht is iedere bedrijfsvestiging een uniek besluitvormingsproces.
110