iéMMSBi ÜS 1 t' MÉ? DE TOEKOMST VAN HET LANDSCHAP bedijkt. Gedurende de 68 jaar durende inundatie van 1530 tot 1598 heeft zich een dikke laag vruchtbaar slib kunnen afzetten. In 1598 komt als eerste polder van het nieuwe Noord-Beveland de Oud Noord-Bevelandpolder gereed. Het herstel van het eiland komt pas goed op gang in de 17e eeuw door een grote reeks van inpolderingen. Noord- Beveland heeft in alle opzichten de kenmerken van een nieuwlandgebied. De polders hebben over het algemeen een rationele indeling en kenmer ken zich door een planmatige opzet. De Oud Noord-Bevelandpolder is hiervan, met de stelselmatige indeling in vierkanten, een markant voor beeld. De polder is daarin vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Borsselepol- der in Zuid-Beveland. Ook de dorpen kenmerken zich door een regel matig, planmatig stratenpatroon. De Kamperlandpolder vormt de kern van het westelijk deel van Noord- Beveland. Daaromheen zijn in de loop van bijna twee eeuwen een dozijn polders aangelegd. De Spieringpolder uit 1856 is de jongste. In het centrale deel van het eiland, tussen de kernen Kamperland, Wissen- kerke, Geersdijk, Kortgene en de voormalige provinciale weg, komen de meeste beplantingen voor. Het gaat hierbij grotendeels om dijkbeplantin- gen die niet bij het waterschap in beheer zijn. Het deel tussen Geersdijk en Kortgene is het meest met beplantingen verdicht. Naar het westen is het landschap minder open en minder regelmatig. De dijken liggen dichter bij elkaar en langs de dijken staan restanten van knotwilgen. De westelijke polders worden ruimtelijk omzoomd door de beplantingen op de buitendijkse gronden langs het Veerse Meer. In de noordoosthoek van de gemeente ligt de Oud Noord-Bevelandpol der. De kenmerkende renaissancistische opbouw in vierkanten verschaft In een groot gedeelte van Noord-Beveland ontbreken weg- en dijk- beplantingen. Het land schap heeft een open en grootschalig karakter. 134

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2000 | | pagina 136