HET INTERNATIONALE SCHELDEOVERLEG
belangrijke beslissingen worden genomen in besloten
achteraf kamertjes en het café. Een Nederlander is vaak
niet eigen met de Vlaamse gastvrijheid en warmte en
reageert soms onbeholpen en onbeleefd op de indirec
te manier van communiceren van zijn zuiderbuur. In
een BRT-uitzending zei een Vlaming: "Nederlanders
zeggen wat ze denken. Vlamingen denken eerst voordat ze
wat zeggen, maar wat ze dan zeggen is vaak niet hetzelfde
als wat ze denken"Volgens een Nederlander, die
meestal overtuigd is van zijn eigen gelijk en snel
zaken wil doen, leidt deze karaktereigenschap van de
Vlaming veelal tot onbegrip en een handelwijze die
weinig rendement oplevert. Kortom: het geritsel in het
vlakke, Vlaamse land doet de Nederlander huiveren
en drijft hem regelmatig tot wanhoop.
Een Vlaming is pragmatisch, kijkt verlekkerd naar de Nederlandse orde
en regelmaat, maar plooit zich in de spelonken van het eigen systeem.
Het Vlaamse pragmatisme leidt tot snelle, kortetermijnresultaten en
maatregelen die niet altijd door alle belanghebbenden in de maatschappij
worden gedragen. De Nederlandse orde, zakelijkheid en regelmaat leiden
eveneens tot kortetermijnsuccessen. Op de lange termijn dreigen echter
overvolle ambtenarenapparaten, die met sectorale en dikke over elkaar
heen buitelende beleidsdocumenten, toekomstvisies en streefbeelden ver
strikt raken in lange discussies en deels inefficiënte investeringsprogram
ma's. Waar Nederlanders teveel van hebben, daar hebben Vlamingen te
weinig van. Waar Vlamingen sterk in zijn, daarin schieten Nederlanders
weer tekort.
De Vlaams-Nederlandse tandem
De Vlaamse en Nederlandse waterbeheerders in het Scheldeoverleg zijn
zich bewust van hun cultuurverschillen. Ze proberen er beiden het beste
van te maken. De Nederlanders hechten zeer aan een goede verstandhou
ding met hun Vlaamse collega's. Vlaanderen is een 'natuurlijke' bondge
noot waarmee veel zaken worden gedeeld, waaronder het Schelde-estu-
arium. Maar soms voelen de Nederlanders zich 'in de steek gelaten' als
zij onder vuur liggen van andere delegaties. Vlamingen kunnen immers
beter inschatten wat de Brusselse en Waalse delegaties drijft en daardoor
als een soort breekijzer fungeren. Maar de Vlaming kan de Nederlander
ook behoeden voor misstappen door hem tijdig in te lichten dat zijn
opstelling andere delegaties irriteert. Vlamingen staan dichter bij
Brusselaars, Walen en Fransen en hebben daardoor een betere antenne
voor zuidelijke gevoeligheden en gewoontes. In dit verband vertrouwde
een bevriende Vlaming mij het volgende toe:
"Er is een wantrouwen voor de 'gehaaidheid' van de Nederlanders. Zeker hij de
Franstaligen is er argwaan. Dit is deels gevolg van het feit dat er in Nederland
175