MEER DAN HONDERD JAAR LOONTJENS
te" (aldus een fotobijschrift bij een artikel van Robert D. Kaplan in de
NRC van 6 mei 2000). En zo zullen de slagvelden in Vlaanderen en
Noord-Frankrijk in de herinnering blijven: gruwelijk en perfide. Wie zich
er voor wat betreft België een voorstelling van wil maken leze het boek
De Groote Oorlog van Sophie de Schaepdrijver.
We zullen nooit precies weten wat Hector Loontjens in die oorlog voor
verschrikkingen gezien en meegemaakt heeft. Misschien kwam dat
verleden boven in onrustige dromen, vooral aan het eind van zijn leven.
Maar hij heeft er nooit iets over verteld of opgeschreven.
De oorlog bleek en bleef een cesuur in zijn leven. Uit overleverde verha
len valt op te maken dat de familie Loontjens sterke familiebanden had.
Dat is trouwens nog steeds zo. Na 1914 kon er slechts contact zijn tussen
Hector en zijn moeder, broers of zussen als dezen naar de grens kwamen.
Zo waren er onder andere ontmoetingen in Sluis. Er zal briefwisseling
zijn geweest en zeker is dat Hector zijn moeder financieel gesteund heeft.
De eerste tien jaar in Nederland: Hulst en Goes
Hector verbleef gedurende de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog in
Zeeuws-Vlaanderen, in Hulst. Het beeld van de Bietenoogst van Emile
Claus keert terug. Volgens de verhalen van de al eerder genoemde fami
lieleden in Hooglede werkte hij in Nederland bij een boer, bij wie hij
bieten rooide. Dat was oktober-november. De campagne was dus in volle
gang. In 1914 zal het beeld niet zo heel veel anders zijn geweest dan het
geschilderde uit 1889-1890. Omdat er ook sprake is van het uitdunnen
van bieten moet hij ook een volgend seizoen nog op het land gewerkt
hebben, want toentertijd gebeurde dat in april-mei.
Van die eerste jaren is nauwelijks iets bekend. De naam Wilking duikt
op. Wilking is een familienaam, die in Hulst verbonden was aan een
grote, allround textielzaak. Er was ook een vestiging in Goes, in de
Klokstraat tegenover de Lange Kerkstraat, daar
waar nu de Hema is. De familie Wilking stichtte
deze zaak tijdens de Eerste Wereldoorlog om
een schoonzoon, Jaques Biele, emplooi te geven.
Het is mogelijk dat Hector Loontjens werk deed
voor Wilking Biele. Dat maakt zijn verhuizing
naar Goes verklaarbaar.
Wanneer hij van Zeeuws-Vlaanderen naar Goes is
verhuisd, is niet bekend. Er bestaat een groepsfoto
van Belgische vluchtelingen uit 1918, genomen bij
het Polderhuis van het Waterschap De Brede
Watering Bewesten Yerseke. Dat stond destijds
aan de Grote Markt in Goes, naast het Rijffel-
straatje. Toen zal hij dus al wel in Goes gewoond
hebben. Misschien zal hij aanvankelijk intern bij
Wilking Biele gewoond hebben, zoals dat in die
17