AGRIBUSINESS IN ZEELAND
Werkgelegenheid in de land- en tuinbouw naar categorie, 1998
mannen
vrouwen
totaal
bedrijfshoofden
5.159
853
6.012
meewerkende echtgenoten
83
1498
1.581
meewerkende kinderen
500
164
664
meewerkende overige familie
71
31
102
totaal gezinsarbeidskrachten
5.813
2.546
8.359
Niet-gezinskrachten: regelmatig werkzaam
993
664
1.657
Niet-gezinskrachten: niet regelmatig werkzaam
420
367
787
totaal niet-gezinsarbeidskrachten
1.413
1.031
2.444
7.226
3.577
10.803
Ten opzichte van 1988 is het aantal arbeidskrachten met 750 toegenomen
(-500 gezinsarbeidskrachten; 1.250 niet-gezinsarbeidskrachten). Ook het
aantal vrouwelijke bedrijfshoofden is flink toegenomen. In de volgende grafiek
volgt een nadere detaillering.
Mutatie aantal arbeidskrachten in de landbouw: 1988-1998
niet-gezinskrachten: vrouw
bedrijfshoofden: vrouw
niet-gezinskrachten man
meewerk, echtgenoot: man
meewerkende ov familie
meewerkende kinderen
meewerk, echtgenoot: vrouw
bedrijfshoofd: man
Productie en toegevoegde waarde
De meest recente productie- en toegevoegdewaardecijfers dateren van I995.
In I995 werd er in Zeeland in de agrarische sector (inclusief hoveniers en
dienstverlenende bedrijven ten gunste van de land- en tuinbouw) voor
1,22 miljard gulden geproduceerd. Dit komt neer op een aandeel van 4,0%
van wat er in zijn totaliteit in Zeeland wordt geproduceerd. De toegevoegde
waarde van de agrarische sector in Zeeland bedroeg 566 miljoen gulden. Dit is
3,6% van de totale toegevoegde waarde in Zeeland.
Voor de totale primaire sector (landbouw visserij) zijn cijfers voorhanden
over een langere periode 1973-1997). Het aandeel van de agrarische sector in
deze bedraagt circa 85%. In de volgende grafieken volgt een overzicht, waarbij
tevens de aandelen van de primaire sector worden weergegeven in de totale
productie- en toegevoegde waarde die in Zeeland wordt voortgebracht. Het
blijkt dat de economische betekenis van de primaire sector afneemt.
211