HOUTEN VISSERSSCHEPEN VAN DE DELTA
In die oude tijd was het vrijheid, blijheid voor wat betreft de visrechten.
Iedere visser mocht overal vissen met alle soorten vistuig. Vlaanderen
verbiedt in 1499 bij plakkaat het schrobnet (de boomkor). De zeebodem
en de jonge vis worden erdoor vernield. In Holland wordt in 1609 de
ankerkuil verboden.
In andere gewesten mochten alleen de eigen ingezetenen vissen, maar in
Zeeland was iedereen vrij om te vissen. In 1707 verschijnt er echter een
plakkaat "houdende verbod aan Vreemden of buitengesetenen van deselve
Provintie (Zeeland. JH) om op de Stroomen en Binnenkusten te mogen vangen
Visch, Mosselen, Krabben of Kreuckelen"
Ook toen was er al te weinig politie, want in 1769 beklagen de Arnemui-
denaars zich erover dat Vlaamse en Brabantse vissers de mosselen en
kreukels voor hun neus wegkapen. Door "slackheijt en conninvencie" wor
den de plakkaten niet "geëxecuteert"
Al dit gereglementeer toont aan dat er volop werd gevist op vis en
schelpdieren in de Delta. Met name de vangst van schelpdieren heeft
de overheid voortdurend trachten te regelen. Het bestuur van Bruinisse
vaardigde in 1773 een ordonnantie uit waarin het vangen, laden en ver
voeren van mosselen werd geregeld. Er brak onmiddellijk een mossel-
oproer uit. Een twintigtal mosselaars trok naar de woning van Maria
Magdalena Stavenisse, de ambachtsvrouwe van de heerlijkheid Bruinisse.
Ze maakten behoorlijk stampij en eisten herroeping van de strenge bepa
lingen. Ook toen kenden bestuurders reeds het fenomeen 'afschuiven'.
Een hengst, een oud
type vissersschip van de
Zeeuwsvlaamse kant.
(Foto Jan Hendriksen)
64