Haven van Vlissingen ca.
1930. Een van de spelen
de jongens is Lein de
Nooyer. Hij vertelt: "A/s
schooljongens klommen we
door het want van de sche
pen van de ene kant van de
haven naar de andere zon
der het dek aan te raken".
wanneer de vissers weer wat verdienden, betaalden ze stukje bij beetje hun schip
af. Er waren alleen maar vaste klanten, er stond niks op papier en rente daar had
nog nooit iemand van gehoord.
De prachtige hoogaars 'Geertrui', eigendom van Boskalis, werd in 1932
gebouwd op de werf Moed en Trouw en ook de hengst TH 49, die in
eigendom van de Stichting Behoud Hoogaars zieltogend op restauratie
(geld) ligt te wachten, is een Verrasproduct. Een paar kilometer verderop
in Kruispolderkaai was toen al sinds 1849 de werf van De Klerk geves
tigd. Daar werden veel hengsten gebouwd, maar ook wel hoogaarzen
ondermeer voor vissers in Vlissingen en Arnemuiden. Veel onderlinge
concurrentie was er niet, er waren meest vaste klanten. In dat deel van
Zeeland waren de hengsten het gangbare vissersschip, benoorden de
Westerschelde zag je vooral hoogaarzen. Maar de Zeeuwen visten ook
met schouwen, pluten, blazers, botters en lemmerjachten. Dat laatste
type kwam in trek bij de Zeeuwen vanwege z'n snelheid.
In de vissershaven van Vlissingen vormen een paar balken de rudimen
ten van de zeehondenwerf die daar eeuwenlang in bedrijf is geweest.
Er zijn al vermeldingen uit de vijftiende eeuw. Het beroemde geslacht
Lampsins liet er zijn handelsschepen bouwen die naar West-Indië voeren.
In 1766 werd in Arnemuiden aan Gillis Fafa grond toegewezen en kreeg
hij voor 8 jaar het monopolie als scheepstimmerman. In 1786 ging de
werf over in eigendom naar Jacobus Meerman. Deze werf was de baker
mat van de Arnemuidense hoogaars waar Jules van Beylen, de inmiddels
69