KUNSTSCHILDER RUDOLF HAGENAAR
deren, hij wil zijn werk nooit exposeren. Om over verkopen maar te zwijgen.
Mensen met hart voor de schilderkunst weten hem uiteindelijk over de streep te
trekken: Hagenaar -73 jaar intussen- besluit afstand te doen van zijn hele collec
tie. De vernissage bij Kunsthandel Juffermans in Utrecht -op de valreep van de
twintigste eeuw- is een grandioos succes. Niet alleen vanwege het aantal rode
bolletjes maar bovenal omdat het kunstminnende publiek uitermate geboeid is
door zoveel schoonheid, integriteit en vakmanschap. 'Eindelijk gerechtigheid,'
moet de kunstenaar hebben gedacht. In dit gesprek, ook een debuutformuleert
Rudolf Hagenaar het op zijn eigen -bescheidener- wijze.
Een leeg gevoel
"Het gaf me veel voldoening. Ik werd overrompeld door de manier
waarop dat werk in de etalage stond. En dat beviel me zodanig dat ik
direct een blij gevoel kreeg. Ik heb m'n werk natuurlijk altijd gekend
alsof ik het zelf gemaakt heb. Maar ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar
op een rijtje zien hangen, en dat gaf een grote bevrediging.
Het is tot nu toe onmogelijk voor mij geweest om een expositie te hou
den. Daar zijn allerlei omstandigheden voor. Zo ben ik m'n hele leven
weinig mobiel geweest. Ik had m'n tijd natuurlijk kunnen stoppen in het
zoeken van galeries en het aanknopen van connecties. Zo kwam, toen ik
in Amsterdam afgestudeerd was, de hele dub regelmatig bij elkaar. Ze
praatten en redeneerden, ze publiceerden en ventileerden meningen over
kunst. Ze vergaten alleen één ding: te werken. Ze praatten wel, maar ze
deden niks. Verder had ik een volledige baan als leraar en betrekkelijk
weinig tijd. Daar komt nog bij dat ik zeer lang doe over het voltooien van
een schilderij. De tijd die ik daarvoor nodig heb kan wel jaren bedragen.
Ik heb eens een schilderij weggegeven waar de koper acht jaar op heeft
moeten wachten. Dat was niet prettig voor hem, maar ik had die tijd
gewoon nodig om het werk te laten rijpen. Als je ervan leven moet dan
zul je weieens iets moeten laten gaan waarvan je zegt: ja, bijna. Dat heb
ik mezelf niet gepermitteerd. Om 'bijna' te zeggen."
Rudolf Hagenaar doet -mede om gezondheidsredenen- afstand van zijn oeuvre.
Hij is lange tijd gedwongen geweest om te stoppen met werken omdat het licha
melijk gewoonweg niet meer ging. Langzamerhand heeft hij de draad opnieuw
opgepakt. Hij kan er nauwelijks buiten.
Het kost hem uiteindelijk weinig moeite om zijn werk uit handen te geven.
"Als een schilder een schilderij naar zijn opvatting tot een goed resultaat
heeft gebracht dan is afscheid nemen van dat werk niet zo moeilijk.
Want altijd weer wenkt een nieuwe opgave. Het nieuwe probleem bij
het volgende schilderij. En als het verkocht wordt dan heeft de koper
in elk geval getoond dat-ie liefde heeft opgebracht voor hetgeen hij ziet.
En dat was uiteindelijk de bedoeling. Daarbij: een schilderij is, als het
goed is tenminste, een kunstwerk. Maar zodra het gekocht is, is het een
meubelstuk."
131