POPMUZIEK VAN ZEEUWSE BODEM verwierp. Totaal vernieuwend. De vier Zeeuwen lieten het zich welgeval len, hoewel de broertjes De Queljoe zich meestal snel onttrokken aan het illustere gezelschap. Voor Caljouw en Pouwer was de wereld een grote speeltuin. De kunst van het leven was het om vooral niet volwassen te worden. Ook de experimenten met drugs pasten daarin. (Pas later zou de komst van de zwaar verslavende en vernietigende heroïne dit spel in een ander daglicht stellen). De invloed van Hans Verhagen op Caljouw en Pouwer was enorm. Ook persoonlijk. Zag hij de relatie van een van hen met een bepaalde dame niet zitten dan werd er mee gebroken. Als een lopend vuurtje verspreidde het gerucht van die sensationele band zich door Amsterdam. De optredens van Dragonfly trokken meer en meer bezoekers. Vaak te veel voor de kleine clubs, zodat soms honder den buiten de deuren moesten blijven. Tegen het einde van het jaar schreven kranten en popbladen van de ontdekking van 1967. Caljouw liet geen gelegenheid onbenut om te verkondigen dat geen enkele Nederlandse band zich kon meten met Dragonfly. Inmiddels was de plaat met daarop de door jazzpianist Mischa Mengelberg gearrangeerde nummers Celestial dreams en Desert of Almond uitgekomen. Willem T. Schippers ontwierp de hoes. Hoewel de meningen bij recensenten en publiek over het schijfje zeer uiteenliepen, nestelde het zich in korte tijd in de Nederlandse Top 40 Rudy en Tonie de Queljoe tijdens de opna mes van Tijdgeest' van cineast Johan van der Keuken. 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 171