VAREN MET DE ARM 2 2 Bijvangst Een groot deel van de vangst gaat weer overboord. De bijvangst bestaat uit de al eerder genoemde grote stenen en de in de loop der tijden over boord gegooide rotzooi. Als getuigen van de huidige tijd: lege bierblikjes, rubber handschoenen en kapotte laarzen. Uit eerdere tijden munitie en resten van mijnen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Maar ook van oorlogen uit nog vroeger eeuwen worden voorwerpen aangetroffen. Zo was er enige tijd geleden de interessantste vangst van een 17e eeuws kanon. In het algemeen maakt de bijvangst me niet vrolijk, als deze rotzooi al bij een zo selectieve sleep van 2 x 12 meter naar boven komt, dan moet de gehele zeebodem er toch wel als een groot vuilnisvat bij liggen. Tot de bijvangst behoren ook grote aantallen krabben en zeesterren. En natuurlijk de ondermaatse vis. In twijfelgevallen gaat de vis langs de meetlaat; 27 centimeter moet tenminste de lengte van tong zijn. De ondermaatse vis, vaak nog in leven, wordt weer overboord gezet, maar het is de vraag of de kwetsuren ten gevolge van de vangst en de sortering hen wel redelijke overlevingskansen geeft. Veel vallen er ten prooi aan de honderden visetende vogels, die rond het schip zwermen. In een studie van het LEI werd de vis die te klein of ongeschikt is voor commercieel gebruik geschat op 45% van de totale vangst. De meeste vis gaat dood overboord. Veel vissers ervaren de ongewenste bijvangst niet als een probleem. In de politiek en ook bij de visserijorganisaties wordt daar anders tegenaan gekeken. Het wegvangen van ondermaatse vis komt de visstand niet ten goede. De vangstmethoden kunnen worden aangepast om de ongewenste bij vangst te verminderen. Dat kan door de maaswijdte van de netten iets te vergroten. Een andere optie is de invoering van een flexibeler quota systeem. Vissers zijn nu gebonden aan jaarquota. Als zij die niet opvissen De visweek zit er op. Drukte aan dek. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 17