DE ZEEUWSE VERDRONKEN DORPEN
Romeinse tijd en vroege Middeleeuwen
In de Romeinse tijd, die in onze streken omtrent het begin van de jaartel
ling begon, hebben tenminste twee plaatsen kenmerken die we kunnen
associëren met het (latere) begrip dorp. Beide hadden mogelijk een cen
trale functie in het sociale en economische leven van de regio. Ze bevon
den zich bij het latere Domburg en in de Oosterschelde ter hoogte van
het latere Colijnsplaat (gemeente Schouwen-Duiveland). Van de laatste
kennen we vermoedelijk de Romeinse naam: Ganuenta. Beide plaatsen
zijn het meest bekend vanwege het feit dat er tempels hebben gestaan,
gewijd aan de godin Nehalennia. Dit blijkt uit de vondst van wij-altaren
en tempelresten. De resten van deze nederzettingen liggen nu in het
water en in zekere zin kunnen deze nederzettingen als 'de eerste ver
dronken dorpen van Zeeland' beschouwd worden.
Vanaf de vroege Middeleeuwen krijgen we ook de beschikking over
historische informatie over grotere nederzettingen in Zeeland. In die
informatie worden grotere aantallen nederzettingen genoemd, die echter
archeologisch vaak (nog) niet getraceerd zijn. Duidelijk in het oog sprin
gen daarbij de namen van Walichrum op Walcheren en Scaltheim op
Schouwen, gelegen aan weerszijden van de Scheldemonding. Walichrum,
gelegen bij Domburg en inmiddels ook verdronken in de Noordzee, was
een belangrijke handelsnederzetting tussen ca. 550 en 850 na Chr. Ook
Scaltheim had een dergelijke functie, maar de exacte ligging van deze
plaats is nog onbekend.
Middeleeuwse verdronken dorpen en hun kenmerken
De vroegste nederzetting, waarvoor we echt duidelijke en grootschalige
archeologische aanwijzingen hebben en die naar onze mening dan ook
dorp genoemd zou mogen worden, is het complex van bewoning dat
ontstond binnen de ringwalburg van Oost-Souburg (gebouwd laatste
kwart negende eeuw), nadat deze zijn oorspronkelijke verdedigings
functie had verloren. Ook in Middelburg ontstond dergelijke bewoning,
waarbij aan de oostzijde van de burg een haven werd aangelegd. Beide
plaatsen zijn uiteraard niet verdronken.
Het begrip 'verdronken dorp' geeft overigens ook ten aanzien van de
latere Middeleeuwen aanleiding tot verwarring en meningsverschil.
Immers: wat is precies een 'dorp' en wanneer heet zo'n dorp dan ver
dronken? Het criterium voor dit artikel en de bijbehorende kaart is als
volgt: onder verdronken dorpen verstaan we kerkdorpen, die als gevolg
van vloeden of inundaties zijn verwoest en/of verlaten. Maar ook dan
resteert een schemerzone, waar de keuzebepaling noodzakelijk subjectief
moet zijn. Sommige Zeeuwse nederzettingen zijn bijvoorbeeld als gevolg
van overstroming meermalen verplaatst, zoals Arnemuiden op Walcheren.
Ook Wissenkerke op Noord-Beveland en IJzendijke in West Zeeuwsch-
Vlaanderen - in de Middeleeuwen een Vlaamse stad trouwens! - bestaan
nog steeds. Toch worden Oud-Wissenkerke en Oud-IJzendijke tot de
189