DE ZEEUWSE VERDRONKEN DORPEN Schelde verdween; slechts met klei overdekte kerneilanden bleven over. De vloed van 1134 hield ook zuidelijker huis: in Vlaanderen zo goed als in Walcheren en Beveland. Getijgeulen werden verruimd tot grote stroomgaten, zoals de Zwake en de Hinkelinge in Zuid-Beveland. Bedijkingen en overstromingen waren verbonden in processen van inter actie. Gevolg van de vooral na de vloed van 1134 ondernomen inpolde ringsprojecten was een afnemende komberging voor het zeewater, dat hierdoor feller door zeearmen en getijgeulen stroomde, en deze dieper uitschuurde. Gecombineerd met inklinking van de Zeeuwse bodem door kunstmatige afwatering en moernering, vormde dit een garantie voor nieuwe rampspoed. Gedurende de veertiende en vijftiende eeuw kampte men als tegenhan ger van de intensieve bedijkingsactiviteit dan ook weer met aanzienlijk landverlies door stormvloeden. Tussen 1134 en 1530/32 waren het er meer dan 45. Bij al deze was sprake van aanzienlijke schade, of verander de het aanzicht van delen van Zeeland sterk. Zo ontstond als gevolg van de stormvloed van 1375 de Braakman en werd de Westerschelde sterk verruimd, hetgeen haar betekenis als verbinding naar Antwerpen ver sterkte ten nadele van de oude route via de Oosterschelde. Twee pieken domineren het mistroostige landschap van vloeden die de delta teisterden: de ramp van 'Sint Felix quade Saterdach' op 5 november 1530 en de februariramp van 1953. De vloed van 1953 eiste behalve tal loze dieren 1835 mensenlevens, waarvan 873 in Zeeland. De meeste slachtoffers vielen op de Zuid-Hollandse eilanden en in West-Brabant. Over deze ramp is genoeg geschreven en zal bij de herdenking in 2003 weer veel worden geschreven; hij blijft in dit artikel verder buiten beschouwing. 'Sint Felix quade Saterdach' wordt meestal in samenhang beschouwd met de vloed van 2 november 1532, die een streep haalde door vele Imaginaire archeologie: 18de-eeuwse fantasie voorstelling van Duvenee in het Verdronken Land van Zuid-Beveland (SCEZ Archeologie). 191

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 193