DE ZEEUWSE VERDRONKEN DORPEN
kan'. Het water stond tot aan de luifels, alle kerken waren onbruikbaar
en 'de graven neergestort'. Zelfs de doden waren 'uit de graven gewekt
en weggedreven op de kerkhoven'.
Voor heel oostelijk Zuid-Beveland was de stormvloed van 1682 rampza
lig. Voor Valkenisse, gelegen ten zuidoosten van Waarde, betekende 1682
zoals gezegd het einde. Het dorp was ook voordien al vaak overstroomd.
F. Gruiwardt rapporteerde dat aan de kerktoren van Valkenisse een
teken was aangebracht, dat de hoogte van de vloed van 26 januari 1682
aangaf. Deze kwam ter plaatse nog anderhalve voet hoger dan de Aller
heiligenvloed van 1570. Ook aan het visafslaghuisje op de Turfkade te
Goes vindt men een hardstenen vloedmerk van 1682, terwijl er onlangs
(juni 2001) nog een secundair gebruikte gedenksteen van 1682 werd ont
bloot op het plein vóór het voormalige Provinciaal Archeologisch
Centrum Zeeland, aan de Balans in Middelburg.
De secretaris van Waarde schilderde als ooggetuige de gebeurtenissen
van 1682 met breed palet: 't' Water is soo hoog gecomen dat de wegen
onderliepen ontrent 6,8,10 voet ende meer,' deelde hij mee, 'soo dat
meest al de Beesten buijten het dorp zijnde, omgecomen sijn, ende oock
vele in het dorp maar door Godes genade niet een mensche, niet tegen
staande dat (ver)scheijde Huijsen sijn wegh gespoelt maar dogh na dat de
menschen met een boot daar af waren gehaalt, daar was dien ganschen
nacht sulcken drovigen geschreuw, gehuil, gekrijt, ende gecrijsch van
menschen en Beesten als met geen penne kan uijt gedruckt worden'.
De kerktoren van Valkenisse diende na de ramp nog tot baken van de
scheepvaart op de Westerschelde, vóór hij in 1750 instortte. Zo'n desolate
toren was een min of meer vertrouwd beeld vanaf de Zeeuwse wateren.
Kaartfragmenten in
dit artikel uit: Zelandia
Comitatus (Visscher-
Romankaart, 1655).
193