DE ZEEUWSE VERDRONKEN DORPEN Westerschelde Tot de vrijwel geheel verdwenen verdronken landen behoort een trits eilanden in de Westerscheldemonding, vóór de West Zeeuwsch-Vlaamse kust. Wulpen lag het zuidelijkst, het ietwat obscure Schoneveld ten noor den ervan en Koezand ten noordoosten. Schoneveld wordt na overstro ming in 1375 niet meer vermeld. Nu bestaat nog de zandbank Schoneveldsbank. Koezand werd bedijkt in 1244. Nadat het aan Wulpen was vastgedijkt, verdween het daarmee in 1570 vrijwel geheel in de gol ven. Wulpen tenslotte was het aanzienlijkste van de drie. Dit eiland werd al in de twaalf de eeuw vermeld. In 1516 werd het laatste parochiedorp, Sint Lambert-Wulpen, ver woest. De laatste resten verdwenen eind zeventiende eeuw. Op hogere ouderdom dan de twaalfde eeuw wijst de rol van Wulpen in de Gudrun- of Kudrunsage, na het Nibelungenlied het belangrijkste Germaanse heldenepos. De erin beschreven slag op het Wulpenzand herinnert vermoe delijk aan strijd tegen de Vikingen. Meer naar het oosten liggen de Hooge Plaaten, verdronken land van recenter datum. Dit natuurgebied van slikken en zandplaten maakte eens deel uit van de in 1775-1778 bedijkte Hoofdplaatpolder. Ten oosten van Terneuzen vinden we sporen van het verdronken Othene en in het Schor van Baalhoek, vóór de Kruispolder, restanten van Oud-Hontenisse. In het meest oostelijke deel van de Westerschelde ligt het Verdron ken Land van Saeftinghe. Het dankt zijn ont staan voor een belangrijk deel aan militaire Op pad in het Land van Saeftinghe. Oost Zeeuwsch-Vlaanderen (SCEZ Archeologie). 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 197