MET KO DE KORTE OCEANWIDE drank en ze kennen een hoog percentage zelfmoorden." Voor de eerste en enige keer in ons gesprek is er bij Ko sprake van enige opwinding. "Dan komen er toeristen en die zijn dan bij het zien van de eskimo's diep teleurgesteld want ze zitten niet meer in kajaks van dierenhuiden om romantisch met een harpoen op walrussen of zeehonden te jagen." "Dat is natuurlijk onze schuld dat ze een drankprobleem hebben en zoveel zelfmoord plegen, dat hebben wij ze aangedaan"zeggen de toeristen dan. "Kijk, dat vind ik nou typerend voor onze Noordeuropese cultuur, dat we ons schuldig voelen over dat soort ontwikkelingen. Toen ik bij hun leefde, begon ik ook wat te drinken. Het maakt emoties los die waar schijnlijk anders wel op een andere manier naar buiten waren gekomen. De Groenlanders zelf vonden overigens ook dat ze een drankprobleem hadden, namelijk een tekort aan drank," zegt Ko met een klein glimlachje om de lippen. Het is een voorbeeld van de grote tolerantie die Ko de Korte eigen is, hij neemt waar maar oordeelt niet. In de jaren zeventig leidt Ko een leven van onderzoek in Arctische stre ken, steeds met kortlopende contracten en beurzen van het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam. Hij zit in de jaren '77 en '78 voor lange periodes op de Galapagos-eilanden (Ecuador) waar hij Groenlandse jagers onder andere de Grote Fregatvogel bestudeerd. Maar hij brengt in de langs de rand van het jaren tachtig ook de zeevogelkolonies van Indonesië in kaart voor het pakijs, mei 1988. Wereld Natuur Fonds. 208

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 210