MET KO DE KORTE OCEANWIDE Jan Hendriksen op de top van Zeeuwse Uitkijk, 23 augustus 2001 (foto: Karen Mauve). hij hier een ijsbeer met jong. Ik stap in de geschiedenis. Een kleine vierhonderd jaar geleden sleten Zeeuwse voeten een pad uit naar de echte Zeeuwse Uitkijk, de top van het eiland, 152 meter hoog. Utkikpynten hebben de Noren ervan gemaakt. Daar werd, zo omstreeks 1625 constant uitgekeken om de walvissen op te sporen. Zodra ze walvissen zagen, seinden ze naar beneden en dan gingen de mannen van Middelburg, Vlissingen of Veere onmiddellijk scheep. Wij nemen het zelfde pad omhoog. We hebben er een fabelachtig uitzicht over de eilanden rondom. Overal gletsjers tot op zeeniveau. Het eiland Vogelenzang (Fuglesongen), door Barentsz. zo genoemd omdat hij als eerste Europeaan hier zag dat rotgan zen eieren leggen. Tussen ons en dat eiland ligt dan ook Barentsgattet. Barentsz. ontdekt Spitsbergen op 17 juni 1596 om daarna dezelfde winter verzeild te raken bij en te overwinteren op Nova Zembla. Naar het noorden, richting Noordpool die maar 1100 kilometer hiervandaan ligt, is geen pakijs te zien. De zon die, het is nu 23.30, bijna in het noorden staat en niet onder zal gaan, spreidt een band van goud licht over de noordelijke horizon. We maken foto's van elkaar op de top. Zeeuwse Uitkijk is een rotsachtig eiland zonder ijs. We dalen af langs een zuidelijke helling, lastig terrein, grote rotsblok ken. Op een rug net achter het strand stuiten we op het kerkhof van de Zeeuwse walvisvaarders. 185 lichamen zijn hier begraven. 50 ervan zijn onder leiding van Louwrens Hacqebord opgegraven en onderzocht. De volgende cijfers illustreren hoe genadeloos het leven van de zeventiende eeuwse walvisvaarders was. De mannen hebben een gemiddelde leeftijd van 25 jaar, de jongste is 14 jaar. 20% leed aan scheurbuik terwijl vrijwel allen sporen vertoonden van ondervoeding. Syphilis kwam ook veel voor. Velen hadden fracturen aan armen en benen die geen van allen goed gezet waren. Ribfracturen en ingedrukte wervels komen ook veelvuldig voor. De Zeeuwen bouwden negen traanovens aan het strand boven de vloedlijn. Deze zijn beter bewaard gebleven dan die op Smeerenburg. In gepeins verzonken stap ik weer in de Zodiac. Om 2.30 terug aan boord neem ik een douche. Ik sta me een beetje te schamen voor dit comfort. Ik denk aan de Zeeuwen van toen, duizenden mijlen van huis, armoe, kou, ziekte, gevaar en een heel geringe overlevingskans. Bronnen Spitsbergen 79 graad N.B. Louwrens Hacquebord, René de Bok. Elsevier. 1981. Smeerenburg: Holland op z'n koudst. Het verloop van de zeventiende-eeuwse Nederlandse walvisvangst in de noordelijke ijszeeën. Louwrens Hacquebord. Arctisch Centrum. Rijksuniversiteit Groningen. 1983. 217

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 219