VAREN MET DE ARM 2 2
Daaronder vielen onder meer de kunstmatige mosselcultuur, de aanmoe
diging van de kunstmatige oesterteelt, de conservering tijdens het vervoer
en het entameren van de visserij op makreel. Mede door deze studies zou
de Zeeuwse visserij omstreeks 1890 vooral in de mossel- en oestercultuur
een nieuw gezicht krijgen. De schaalvergroting in schepen en bedrijven
vindt eerst na 1950 plaats. Het is vooral door de ontwikkeling in de laat
ste tientallen jaren dat de visserij, die van oudsher veel armoede kende,
een welvarende bedrijfstak wordt. De kapitale villa's die in de vissers
plaatsen verschijnen getuigen ervan.
Schaalvergroting
De schalen waarop de werkelijkheid van de visserman bepaald wordt
zijn zeer uiteenlopend. Vindt de dagelijkse activiteit van het vissen plaats
in de kleine wereld van schip en bemanning, deze kleinschalige activiteit
wordt echter in grote mate bepaald door overheidsbesluiten die op het
grootschalige Europese niveau worden genomen. Die schaalvergroting
heeft in de tijd plaats gevonden, soms met grote sprongen voorwaarts.
Werd nog vijftig jaar geleden de vis binnen een afstand van vijftig kilo
meter van de aanlandingsplaats vermarkt, vandaag wordt de vis vanuit
de Nederlandse havens over afstanden van 5000 kilometer of meer ver
voerd en overal in Europa te koop aangeboden. Was tientallen jaren gele
den het kopen van verse vis in de Gelderse Achterhoek ondenkbaar, van
daag kan de vis die in Vlissingen aan land gebracht is, enige tijd later in
een restaurant in Rome geserveerd worden.
Niet alleen in de afzetmarkt heeft die schaalvergroting plaatsgevonden,
ook in de vangstgebieden. Daar is het van lokale, regionale, nationale
vangstgebieden gegaan naar vangstgebieden, die algemeen als gemeen
schappelijk Europees bezit worden beschouwd. Vis stoort zich niet aan
landsgrenzen: niet bij de afzet in Europa, maar ook niet en eigenlijk nog
minder bij zijn verblijf in de Europese wateren. Vis verplaatst zich vrij in
de open ruimte van de oceanen. Vis reproduceert zichzelf zonder dat
iemand behoeft in te grijpen of kosten hoeft te maken. Het nadeel is ech
ter dat niemand eigenaar is van de vis, totdat die gevangen wordt.
Tegelijk is iedere vis die wordt gevangen er een minder voor alle ander
vissers. Iedere visser kan daarom nadeel ondervinden van de activiteit
van andere vissers. De afhankelijkheid van en de kwetsbaarheid voor de
activiteiten van anderen, zijn niet te vermijden. De visbestanden worden
nog altijd gezien als een gemeenschappelijk bezit dat behoort tot ons
gemeenschappelijk erfgoed dat gemeenschappelijk beheerd moet wor
den. Om de duurzaamheid van de visserij te waarborgen, zo stellen de
beleidsdocumenten van het ministerie van LNV, is het niet alleen van
belang te bepalen welke hoeveelheid vis er wordt gevangen, maar ook de
soorten en grootteklassen en verder nog welke vangstmethoden daarbij
worden gebruikt en in welke gebieden de vis wordt gevangen.
Voelden tientallen jaren geleden de lokale overheden zich verantwoorde
lijk voor het bestaan van hun vissers en werden daarom op initiatief van
19