10 JAAR AQUATISCHE ECOTECHNOLOGIE Dr. ir W.G. Beeftink. Links: Dr. Klaus Töpfer, Executive Director van het United Nations Environment Programme. Rechts: Anke van Harte- velt, studente Aquatische Ecotechnologie. Onderzoek in Yerseke, thans het Centrum voor Estuariene en Mariene Oecologie van het NIOO (Nederlands Instituut voor Oecologisch Onder zoek). De opgeworpen gedachte was: zou er behoefte kunnen zijn aan HBO-afgestudeerden op het terrein marien en estuarien waterbeheer (kustlandschappen met zout en brak water)? De bioloog Beeftink zag zo'n opleiding 'coastal engineering' wel zitten. In de HZ-Gazet (jaargang 1, nr 7, 1988) schrijft hij: "De opleiding beoogt op HBO-niveau natuurbe heer en ecotechnologie van mariene kustgebieden met elkaar in verband te brengen, in de wetenschap dat natuur en techniek in het algemeen strijdig met elkaar zijn. Techniek introduceert veranderingen in ecosyste men, waaraan de soorten afzonderlijk en het systeem als geheel niet zijn aangepastDe opleiding zal er daarom in de eerste plaats op gericht moeten zijn de beperktheid van de technologie met betrekking tot de kwaliteitszorg voor de natuur in de kustgebieden te benadrukken, te ana lyseren, en daarvoor de motieven aan te dragen. Waar de technologie kan bijdragen tot de weer 'gezondmaking' van het mariene kustoecosysteem, zullen de mogelijkheden en beperkingen moeten worden omschreven." Het is duidelijk dat Beeftink meer de biologische, de natuurlijke kanten benadrukt. Dat blijkt ook uit het perspectief dat hij destijds (1988) voor de afgestudeerden zag. "Willen overheden, instellingen en bedrijven nog enigszins geloofwaardig blijven functioneren, dan zullen zij drastisch moeten ingrijpen in industriële procesvoeringen en de bestemming en (her)inrichting van zee en land. In een democratische staat zal dit door een actief kiezerspotentieel moeten worden gestuurd en gedragen. Slechts daardoor zullen politieke partijen zich durven profileren. Dan zullen niet alleen de milieuwetgeving, maar ook de controle op overtredingen en een aangepaste strafmaat een absolute vereiste zijn. Premiëring van dito producten zal moeten worden gestimuleerd. Bij een dergelijk beleid zul len overheden, instellingen en bedrijven in toenemende mate mensen nodig hebben die de confrontatie tussen natuur en techniek kunnen (hel pen) evalueren en afleiden, niet alleen zo dat aan de vereiste wettelijke maatregelen wordt voldaan, maar vooral ook dat aan de knowhow en de expertise op dit gebied in de beheerssector goede beleidsbeslissingen kunnen worden ontleend." In een vroeg stadium pleit Beeftink ervoor om in de opleiding een duidelijke plaats in te ruimen voor de vakken milieurecht en ethiek. Als later blijkt dat de opleiding toch anders wordt 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 40