WATER IN ZEEIAND 1. Het instandhouden en verbeteren van de kwaliteit van de omgeving en het realiseren van economische vitaliteit. Vanuit het beleidsveld water wordt daarvoor gestreefd naar het hebben en houden van een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde en duurzame watersystemen. 2. Het bij functies en landgebruik meer rekening houden met de fysieke eigenheid van watersystemen, zodat een meer optimale/efficiënte water huishouding ontstaat voor de verschillende gebruiksfuncties van de ruimte. 3. Het versterken van de samenhang tussen de beleidsvelden ruimte en water en het intensiever samenwerken tussen waterbeheerders onderling, waarbij de provincie nadrukkelijker een regierol vervult. De zes speerpunten van het waterbeheer in Zeeland die voortvloeien uit het waterhuishoudingsplan zijn in feite het resultaat van het anders den ken over water en het anders omgaan met water dan in het verleden. Het eerste speerpunt is: Ruimte voor water en het vergroten van de veer kracht. Ons land is niet maakbaar gebleken. Ondanks de Deltawerken en de inspanningen van de twee moderne Zeeuwse all-in waterschappen zal Zeeland nooit af zijn. Te lang is uit het oog verloren dat water niet alleen ruimte en mogelijkheden geeft, maar ook ruimte vraagt. In de eerste plaats wordt dan aan ruimte gedacht voor het opvangen van extreme weerssituaties. Meer ruimte voor water is echter ook uit andere hoofde noodzakelijk. We willen de zoetwatervoorraden in Zeeland vergroten, meer natuurlijke wateren creëren, een groter reinigend vermogen bewerk stelligen, de ecologische functie versterken en de landschappelijke kwali teit en leefbaarheid verhogen. Meer ruimte voor water leidt tot grotere veerkracht en dynamiek van de watersystemen, waardoor in extreme situaties de veiligheid minder snel in gevaar komt en wateroverlast minder frequent optreedt. Meer ruimte voor water betekent onder andere het aankopen van grond voor het ver groten van wateren, het realiseren van overloopgebieden in sommige polders, inclusief een schaderegeling, het wijzigen van het grondgebruik om dit beter te laten sporen met het waterhuishoudkundig regime. Ruimte voor water houdt in dat watergebonden belangen beter worden gediend. Zowel de landbouw als de natuur profiteren van de betere beschikbaarheid van water. Het tweede speerpunt richt zich op water als ordenend principe. Het streven om de hydrologie en bodemopbouw een meer sturende rol te laten vervullen in bestemming en gebruik van de bodem hangt nauw samen met het vorige speerpunt 'ruimte voor water'. Meestal worden ze in één adem genoemd. 'Water als ordenend principe' zal vooral tot zijn recht moeten komen in het proces van voorbereiding en planvor ming. Daarbij vormen de waterkansenkaarten, die opgenomen zijn in het nieuwe waterhuishoudingsplan, een belangrijk uitgangspunt. Deze kaarten geven inzicht in de water- en bodempotenties in Zeeland. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 70