Sporen van
recreatieve bewoning
in Zeeland-vakantieland
JAAP VAN VELZEN
Recreatie-architectuur langs kust en duin
Zeeland-vakantieland telt overal de sporen van recreatieve bewoning.
Van oudsher ging het om 'buitenhuizen', die gedurende kortere of
langere perioden door hun eigenaars werden bewoond. Dergelijke
'buitens' kwamen tot aan de 2e wereldoorlog met name voor in Dom
burg en Haamstede. Ze waren aanvankelijk vooral weggelegd voor
een beperkt en welvarend publiek. Langzaam veranderde de trend.
Zo schrijft Van der Kloot Meyburg in Landhuisbouw in Nederland
(1921): "Ook minder kapitaalkrachtigen vragen thans om buitenhuizen,
zij 't dan nog zoo bescheiden van omvang en inrichting, teneinde na
drukke bezigheden rust en ontspanning te kunnen vinden, ver van het
stadsgewoel". En: "Vooral nu de arbeidstijd is ingekrompen en er meer
tijd voor ontspanning rest, schijnt de in ieder mensch sluimerende
behoefte om één te zijn met de natuur, te zijn ontwaakt. Dit leidt tot
een toenemende waardeering van het natuurschoon en een verlangen
om de stad te ontvlieden".
Met deze citaten wordt de tendens naar meer vrije tijd en een beste
ding ervan op een meer natuurrijke plek aardig in beeld gebracht.
In het verlengde van deze ontwikkeling ligt een toenemende trek naar
de kust. Zeker ook omdat zeelucht een aura van heilzaamheid met zich
meebrengt. De vroeger bloeiende gezondheidscultuur in Domburg is
daarvan een afspiegeling.
de
:rpagina: Een van
jegste 'weekend-
nies' in Zeeland:
ntrum Eikedal in
■Jrgh-Haamstede.
ert waarschijnlijk
e jaren vijftig van
e eeuw. Dit cen-
vordt binnenkort
•pt. Het einde van
algisch tijdperk...
oto's in dit artikel:
Kees Bos)
Terugblik
In 1935 schrijft Paul Bromberg zijn boek: De kleine practische woning - Het
weekend-huis als voorbeeld van beknopt en toch geriefelijk wonen. Hij biedt tal
van bouw- en inrichtingsvoorbeelden van weekeind-woningen en stelt
dat het 'weekenden' in onder andere Engeland, Duitsland en Zweden al
lang een georganiseerde vrije tijdsbesteding is, terwijl daarvan in Neder
land nog geen sprake is. Het weekend-huis is van steen of hout of een
combinatie daarvan, vrijstaand en industrieel (systeembouw) of onder
architectuur vervaardigd. Het is al dan niet verplaatsbaar en moet vol
doen aan de eisen van het aantal bewoners (met of zonder dienstbode).
De zogenoemde 'weekend-kolonie" (bungalowpark) komt in Nederland
op dat moment nog heel weinig voor.
91