RECREATIEVE BEWONING massa-bezoeker" en aan de "aan luxe gewende binnen- en buitenland- schen tourist". Daarbij gaat het in zijn ogen zowel om ontspanning als om "verfraaiing en saneering van het strand en de duinstrook,logies- ruimte... benevens ideeën aangaande het verkeer, de rijwiel- en autobe waarplaatsen en den aanleg der wegen". Scheveningen had zich inmiddels ontwikkeld van een 'exclusieve' bad plaats tot een "gedeeltelijk op massabezoek ingestelde ontspannings plaats" met alle gevolgen van dien. Ook hier blijkt zich de tweespalt voor te doen tussen de toestromende massa en de zorg voor het behoud van de atmosfeer van weleer. Rosse denkt aan alles: Van fiets- en ruiterpaden tot hotels, de verkeersaf wikkeling, de looproutes van en naar het strand en de "aestetische eisen" aan de op te trekken flats langs de boulevard. Met trapsgewijze terrassen, wegschuifbare glaspuien en behoorlijk wat groengebieden. Wat betreft de architectuur gaat Rosse ervan uit dat de nieuwbouw zich aanpast aan de stijl van de vormen van het 'oude' Bad Scheveningen, zoals deze zich - sinds de 19e eeuw - nog manifesteren in de vleugels van het Kurhaus, het Paviljoen Willem I en in enkele andere stijlgebouwen. Verder moet Een 'hutje' in de duinen de stijl van het dorp Scheveningen zoveel mogelijk worden gehandhaafd bij Domburg. door middel van een uitgebreid kleurenschema, bloembakken, verhoog- :/'v- ty" '\"J- i£r' "ir 94

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2001 | | pagina 96