RECREATIEVE BEWONING
Vanaf de jaren vijftig heeft het massatoerisme een hoge vlucht genomen.
Sinds de jaren zeventig heeft daarnaast de toegenomen welvaart gezorgd
voor een grote inhaalslag. Behalve de caravans en campers schoten de
bungalowparken langs de kust (en op het platteland) uit de grond.
In bouwkundig opzicht onderscheiden recreatiewoningen zich al lang
niet meer van permanente woningen. De tijden van hout en stro zijn wat
dat betreft voorbij. De eisen van de eigenaar (80% van de tweede wonin
gen is in handen van particuliere beleggers) overtreffen zelfs die van de
permanente woning: Meer luxe, vrijstaand, ruime kavels, goede locatie.
Permanent en tijdelijk wonen groeien naar elkaar toe. Afstanden en kos
ten spelen nauwelijks nog een rol.
Zon, zee en strand blijven trekken als verzamelpunten van recreanten.
De zee blijft een bron van herinnering: bedreigingen en uitdagingen spe
len al eeuwen een rol. De kust is daarmee ook een zeer voor de hand lig
gende plaats om toeristische attracties te ontwikkelen en historisch tot
nieuw leven te wekken. Ook in Zeeland zal het toerisme zeker niet ver
dwijnen. Het uit zich eerder in andere verschijningsvormen en andere
Uitbundige hoekvormen bezoekersgroepen. Die hebben allemaal onderdak nodig. De daaraan
ir hout langs de Noord- gestelde eisen worden hoger en vereisen een snellere vernieuwing.
zee in Domburg. Door de toestroom van de recreant is het belang van bescherming van
97