HET GEZELSCHAP VAN DE ZEE
Fragment van een Vriendschap: Kats
Kats, 9 december 2000.
Mijn beste Borretje,
Hoeveel jaar heb ik verzuimd je te schrijven? Ik weet het niet en juist nu,
het laatste jaar, is er zoveel gebeurd, dat ik niet goed weet waar te begin
nen. Wat weet je nog van mijn leven? Wat is het laatst wat ik je berichtte?
Eens je de regelmaat van een jaarlijkse nieuwsbrief onderbreekt, lijkt het
onmogelijk het verband nog te herstellen. Ik moet er maar op vertrouwen
dat in vriendschap geen tijd en afstand bestaat en dat je me in deze regels
daarom nog wel zult kunnen volgen.
Wie had kunnen denken dat dit rusteloos wezen wat ik ben, hier terecht
zou komen en zich, na al die jaren, thuis zou voelen? Kats is een klein,
nietig dorp aan de oostkant van Noord-Beveland. Wie hier niet speciaal
moet zijn, zal er nooit komen. Het ligt aan het einde van een kilometers
lange, rechte weg die verder nergens naartoe leidt. Eigenlijk ligt het dorp
voorbij de horizon. Sommigen elders op het eiland zeggen: Kats, is die
vlek waar de zon opkomt. Laat het zo zijn; je kunt hier van je af kijken,
in eender welke richting. De luchten, jongen, de luchten zijn zo onwaar
schijnlijk mooi, op elk moment van de dag of de nacht, alleen daarom al
denk ik hier te blijven, zo lang me gegeven is. Het mooiste seizoen is de
winter, vind ik. De rust is dan zo volkomen. Je kan de stilte, wandelend
over de dijk langs het eindeloos reikende zeewater, ruiken en welhaast
aanraken. Je zou de ganzen moeten horen, in de vroege ochtend en late
namiddag, in hun vlucht van en naar hun slaap of foerageplaatsen.
Gakkende gesprekken in de winterlucht, wat een wereld! Het zijn echter
niet alleen de luchten die me binden; ook de mensen zijn me, in de korte
tijd dat ik hier nu woon, dierbaar geworden. Voor mij is dit dorp niet zo
klein; ik ervaar het als de gehele wereld.
Weetje wat zo wonderlijk is? De band die er bestaat tussen dit dorp en
het onze. De Heren van Cats hebben lang geleden Alblasserdam gesticht
en het waren de Alblasserdammers, met de Kinderdijkers en Lekker-
landers, die na de inundatie van Cats, bij de St. Felixvloed van 1532, de
bedijking hebben gerealiseerd van de oud Noord-Bevelandpolder, waarin
het nieuwe Kats in 1598 werd gesticht. Waarachtig!
Welaan, jongen, ik sluit hier af en wens je alle goeds. Weet dat ik het leuk
zou vinden je de omgeving van Kats eens te laten zien.
Vele, hartelijke groeten,
Arie.
Uit: Fragmenten van een Vriendschap, Jan Schuurman Hess, Kats 2001
105