HET GEZELSCHAP VAN DE ZEE
Ik beheerste dat ambacht maar ik wilde er ook mee stoppen. Als ik het
nog doe, dacht ik, wil ik het alleen nog maar dienend doen. Dus voor iets
waarvoor ik me kan inzetten. Zo ben ik later hoofdredacteur geworden
van het ledenblad van de Partij van de Arbeid. Toen Felix Rottenberg,
met wie ik goed bevriend ben, mij daarvoor benaderde heb ik geen
moment geaarzeld. Ik wilde zijn project graag steunen en bovendien
kwam het goed uit. Ik moest immers geld verdienen omdat het bij het
toneel niet lukte."
Wonderlijke werkelijkheid
1986. Het eerste toneelwerk van Jan Schuurman Hess wordt gepubliceerd en
gespeeld: Post Mortem. Hij volgt een stage dramaturgie bij het RO-theater,
souffleert er Op Hoop van Zegen, regisseert zijn eigen stuk 'Het Stille Uur' bij
Lanteren/Venster, trouwt met actrice Tineke Schrier. Dat toneelschrijven een
beroep is waar je in Nederland eigenlijk niet van kunt leven heeft Schuurman
Hess intussen ontdekt. Van het vak zelf krijgt hij stilaan een steeds duidelijker
beeld. Hij zoekt en vindt zijn eigen weg. Later, door zijn mars door de sociaal
democratische pers, ontdekt de schrijver natuurlijk zoel voorgangers waarmee hij
zich verbonden voelt: "Ik zuil me daar niet mee vergelijken hoor, dat zou aanma
tigend zijn, maar ik voel me wel in de traditie staan van Herman Heijermans,
Louis Paul Boon en Richard Minne."
"Wat vind ik nou het mooie van toneelschrijven? Het is, voor mij dan
toch, de combinatie van poëzie en proza. Het zijn geen gedichten en het
is ook geen spreektaal. Terwijl je ogenschijnlijk wel spreektaal schrijft.
Het gaat mij om toneelliteratuur en louter spreektaal schrijven is in mijn
ogen geen literatuur. Voor mij is de taal een verdichting van de werke
lijkheid. En die werkelijkheid wordt gestoffeerd door ervaringen in je
leven maar ook door studie. Ik bedoel: ik laat niet zomaar iemand babbe
len. Op dit moment ben ik bezig met een stuk over de Zeeuwen en de
slavenhandel, het speelt zich af in de achttiende-eeuw, en dan maak ik
van die handelaar geen marktkoopman in slaven. Dat zou me wat te
gemakkelijk zijn. Ik probeer juist de ideeën van de Verlichting erin te
stoppen en de muziek uit die tijd, want ik wil die man muzikaal maken.
Dat bepaalt namelijk hoe iemand denkt, hoe iemand spreekt en wat-ie
meemaakt. En dan probeer je dat weer te verdichten door er klank aan te
geven. En die klank heeft dan weer met poëzie van doen. Ik maak een
heel nadrukkelijk onderscheid tussen theaterteksten en toneelliteratuur,
want theaterteksten kunnen bij uitstek mooie toneelvoorstellingen ople
veren, maar hebben niet noodzakelijk een literaire betekenis."
De Actie Tomaat, begin jaren zeventig, zorgt voor een vernieuwingsgolf in de
Nederlandse theaterzvereld. De toneelmakers vinden dat zij evengoed zelf stukken
kunnen schrijven. Ze hebben de schrijver niet meer nodig als een soort goddelijk
figuur die bepaalt zvat er op het toneel gezegd moet worden.
112