HET GEZELSCHAP VAN DE ZEE
werk van Eduard Douwes Dekker. We doen dat in samenwerking met
het Nationale Toneel en dat staat in de agenda voor het voorjaar van
2004. En hopelijk gaat ook Cees Nooteboom een nieuw stuk voor ons
schrijven, ook weer in het kader van dat Hella Haasse Fonds."
Een professioneel theatergezelschap eist een goed geoliede organisatie. Ondanks
de dagelijkse beslommeringen trekt Jan Schuurman Hess zich regelmatig terug
in zijn houten 'schrijvershuisje'achterin de tuin. In 1998 begint hij aan een
serie Zeeuwse stukken. Een vijfdelige reeks waarin hij de geschiedenis van
Zeeland, van de zestiende- tot en met de twintigste-eeuw, in kaart brengt.
'Tedere eeuw krijgt een stuk en al die stukken staan met elkaar in ver
band. Het is eigenlijk een doorlopende geschiedenis. 'De Dijk', over het
ontstaan van Kats en Noord-Beveland is intussen uitgevoerd. Op dit
moment ben ik dus bezig met een stuk over de slavenhandel, dan hebben
we het over de achttiende-eeuw; Jos Thie gaat dat regisseren. De negen
tiende-eeuw gaat over de Zeeuwen en het begin van het basisonderwijs
en het slotstuk wordt opgevoerd in 2008. Dat gaat over het Broodoproer
van Kats, over de verhouding tussen landarbeiders en boeren. En ja hoor,
daar is de tegenwind opnieuw: 'Daan Zonderling en zijn Wonderbaarlijke
Vlucht naar de Zon' -mijn toneelstuk over de twintigste-eeuw- zou de
openingsvoorstelling worden van de nieuwe schouwburg van Goes, en
dat gaat niet door. In dat theater zouden we ook een klein repetitielokaal
krijgen en ons secretariaat zou er worden gehuisvest. Ik had me echt
verheugd op die verhuizing naar Goes, me er veel van voorgesteld.
Het zou een belangrijk moment worden voor het Gezelschap van de Zee.
Ik hoopte daar eindelijk eens echte voorstellingen te kunnen ontwikkelen
en neerzetten, volwaardige producties. Maar dan stuit je op Gerard Peijs,
de schouwburgdirecteur die straks zo'n beetje alle Zeeuwse theaters
-dus ook die van Goes- onder zijn hoede heeft, en die zegt dat we eigen-
Jan Schuurman Hess trekt
zich regelmatig terug in zijn
houten 'schrijvershuisje',
achterin de tuin.
122