um was Zuidwest Nederland het gebied waar het water van Schelde,
Maas en, voor een deel, de Rijn in zee afvloeide. Daarmee was Zuidwest
Nederland één groot estuarien gebied, dat wil zeggen een uitgestrekte
kustvlakte waar afstromend zoet rivierwater afkomstig van het continent
mengt met naar binnen dringend zout zeewater. Het was een uitgestrekt
gebied met een afwisseling van platen, slikken, schorren en stromings
geulen. In die ontoegankelijke omgeving is de mens niettemin in staat
geweest een enorm stempel te drukken op de fysieke vorm van het land
schap. Door inpolderingen veroverde de mens bewonings- en weide
gronden op natuur die tot de meest dynamische van onze planeet moet
worden gerekend. De natuur van estuaria laat zich echter niet zo gemak
kelijk vastleggen. De oerkrachten van zee en rivier, van wind en getij, zijn
niet eenvoudig, of soms eenvoudig niet te beteugelen, en maar al te vaak
bleken de primitieve dijken van weleer alleen maar schijnzekerheid te
bieden.
Dramatiek in een uniek landschap
Het uiterlijk en de begrenzing van het Zeeuwse land zijn in die wissel
werking van mens en natuur voor een groot deel in de laatste duizend
jaar tot stand gekomen. Voor de geïnformeerde toeschouwer zijn er nog
tal van sporen in het landschap waarneembaar die direct gerelateerd zijn
Zeeuws oerlandschap:
schorontwikkeling op de
platen van Valkenisse.
138