Masterplan
Waterland Neeltje Jans
JAN WILLEM BOSCH
In het voorjaar van 2002 is er opnieuw een landschapsplan toegevoegd aan de
grote reeks van plannen die in de loop van bijna drie decennia voor Neeltje Jans
zijn vervaardigd. Het nieuwe plan betreft het Masterplan voor het attractiepark
Waterland Neeltje Jans en is in opdracht van deze organisatie vervaardigd door
Bosch Slabbers, tuin- en landschapsarchitecten te Middelburg. In dit artikel gaat
Jan Willem Bosch er op in.
Linkerpagina boven
De ingrediënten verenigd:
water, duinen, asfalt en
beton.
Linkerpagina onder:
De veelheid aan diverse
elementen in een open
landschap maken de
huidige situatie on
samenhangend.
Het eerste plan: de schoonheid van het bouwwerk
Er zijn al heel wat plannen gemaakt voor de landschappelijke inrichting
van het voormalig werkeiland van Rijkswaterstaat. We noemen ze niet
allemaal, maar laten eerst de meest saillante de revue passeren. Als eerste
het Landschapsplan van de Stichting voor Landschapsplanning en
Ontwerp (STILO) te Wageningen. Deze door de voormalige hoogleraar
Landschapsarchitectuur Nico de Jonge opgerichte stichting, maakte in
opdracht van Rijkswaterstaat in 1983 het eerste landschapsplan voor
Neeltje Jans. De ontwerper was Klaas Kerkstra, de huidige hoogleraar
Landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit. Het plan kwam
nog tijdens de bouw van de kering tot stand, maar is nooit uitgevoerd.
Het plan van het STILO voorzag, in tegenstelling tot hetgeen uiteindelijk
is gerealiseerd, niet in de ontwikkeling van een duinlandschap, maar
veel eerder in de accentuering van het waterstaatkundige kunstwerk van
Rijkswaterstaat. De dam op het eiland en de kering stonden centraal in
het ontwerp. Wat in de loop van het bouwproces van de kering ten
behoeve van de bouw van de pijlers aan Neeltje Jans was toegevoegd,
werd er in het ontwerp van Kerkstra als het ware weer afgepeld. Alle
strekdammen rond de voormalige bouwdokken moesten worden afge
broken. Wat in waterbouwkundige schoonheid resteerde was de kering
zelf en op Neeltje Jans niet meer dan de dam en het Topshuis. Een plan
zonder poespas dat rond de waterbouwkundige elementen de Ooster-
schelde en de Noordzee vrij spel gaf. Het plan bleek voor Rijkswaterstaat
een brug te ver. Zeker in de tijd van vóór het ontpolderen was het bij
waterstaat niet populair om dammen en dijken die net met veel zorg
waren opgeworpen doelbewust te verwijderen.
151