MASTERPLAN WATERLA
van de Vereniging Natuurmonumenten en de Stichting het Zeeuwse
Landschap kwam tot stand in nauwe samenwerking met Rijkswaterstaat
en de provincie Zeeland. Naast een uitgebreid duinlandschap voorzag
het plan in de realisatie van een inlaag, een slufter en een vogeleiland.
De soberheid in de planvorming was verdwenen en hiermee ook de
relatie met het waterstaatkundig kunstwerk.
Het plan van Natuurmonumenten en het Zeeuwse Landschap is groten
deels uitgevoerd.
De kering als functionerend kunstwerk
In een poging weer lijn in de ontwikkelingen te krijgen liet Rijkswater
staat door het Rotterdamse Bureau landschapsarchitecten en stedelijke
planners West 8 van onder andere Adriaan Geuze in 1994 het plan
Landschappelijke Afwerking Oosterscheldekering opstellen. Belangrijk
criterium van dit plan was 'de leesbaarheid van de kering als functione
rend kunstwerk'. In dit rapport wordt ondermeer geconcludeerd:
"Hoewel beslist gesteld kan worden dat het merendeel van de deelplan-
nen tot stand komt vanuit een afgewogen doelstelling en een breed
draagvlak, blijkt duidelijk dat door hun veelvoud een onsamenhangend
totaalbeeld onvermijdelijk is".
West 8 probeert in haar ideaalbeeld voor Neeltje Jans de link met de
kering als kunstwerk weer op te pakken. De accentuering van de dam op
Neeltje Jans is hierbij een belangrijk onderdeel. De dam moet een heldere
graslijn blijven temidden van het inmiddels aangelegde duingebied. Ook
voorziet het plan in het los leggen van de U-vormige bouwdokdijk en het
aftoppen van de dammen van het bouwdok. Hiermee wordt de zichtrela-
tie tussen het eiland, de zee en de platen hersteld. Er ontstaat weer een
weids panorama over de Oosterschelde met de Zeelandbrug als horizon.
Deze laatste planaspecten zijn nog niet uitgevoerd.
Noch voor het plan van West 8 noch voor het thans opgestelde Master-
plan voor Waterland Neeltje Jans was het een optie om niet verder te
gaan met de aanleg van kunstmatige duinen. Hoewel de aanleg van de
kunstmatige duinen op het voormalig werkeiland niet altijd als een
gelukkige keuze wordt gezien is er geen weg meer terug. Daar komt bij
dat duinen voor een attractiepark natuurlijk wel aantrekkelijk zijn als het
gaat om het creëren van beschutting en beslotenheid, temidden van het
ruige kustmilieu. Tevens zijn duinen geschikt om de attracties die nu
eenmaal inherent zijn aan Waterland op een subtiele wijze in het land
schap op te nemen. Toch kan uit oogpunt van gevoel voor het waterstaat
kundig kunstwerk en gevoel voor de Oosterschelde als marien natuur
monument het plan van STILO als de beste optie voor het gebied als
geheel worden gezien. Bij uitvoering van het plan van STILO was een
uitgebreid stelsel van slikken en schorren aan de Oosterscheldezijde van
de kering tot ontwikkeling gekomen. Zowel uit oogpunt van ontwikke
ling van natuurwaarden als vanuit belevingsoptiek zou hier verre de
153