2 Imago onderzoek augustus 1991
AGO EN IDE
TEIT VAN ZEELAND
leefmilieu en agglomeratie-effecten (zoals subsidieregelingen en grond
prijzen).
Deze inbreng komt van prof. dr. Piet Pellenbarg, hoogleraar economische
geografie in Groningen. (Hij is de auteur van vele geschriften over regio
nale aspecten, zoals 'imago en potenties van regio's 1986'. Pellenbarg is
tevens evaluator van de imagocampagne 'Er gaat niets boven Groningen'.
Deze campagne wordt elke twee jaar beoordeeld op zijn effecten.)
De enquête is zowel gehouden onder Nederlandse als onder bestaande
inwoners van Zeeland. 3,6% noemt Zeeland als een 'gewenste' woonpro-
vincie, terwijl 2,6% van de Nederlandse bevolking ook daadwerkelijk in
Zeeland woont (in 1988). Voor de Zeeuwen geldt dat 74% er de voorkeur
aan geeft om hier te blijven wonen. 60% heeft er zijn hele leven gewoond,
de overige 40% komt met name uit Zuid- en Noord-Holland en Noord-
Brabant. Het krijgen van een baan blijkt overigens - ook volgens de litera
tuur - de belangrijkste oorzaak om naar elders te verhuizen.
De eerste spontane gedachte bij het woord 'Zeeland' is voor bijna de helft
van de niet-inwoners en een derde van de inwoners: 'water'. Met Delta
werken en watersnood komen we zelfs op bijna 60% en 35%. Slechts ruim
1% reageert met 'Zeeuws meisje' of 'zuinig'.
Als positieve eigenschappen worden door beide groepen het aantrekke
lijke landschap en recreatie/vakantie het meeste genoemd. De meest
genoemde negatieve eigenschap is: 'Ver gelegen' en wordt door Zeeuwen
vaker genoemd dan door niet-Zeeuwen (26% tegen 17,4%). Verder kan
ruim 34% van de niet-inwoners geen negatieve eigenschap noemen - dit
kan als positief worden opgevat.
Samenvattend: In 1988 is Zeeland verhoudingsgewijs meer in trek als
woonprovincie dan het aantal mensen dat er daadwerkelijk woont.
Rekening houdend met de betrouwbaarheidsmarges zou het vervullen
van de woonwensen van de inwoners van Nederland voor Zeeland zo'n
80.000 inwoners extra kunnen betekenen. Jongeren (ruim 10%) achten de
kans op verhuizen groter dan ouderen, maar de categorie 50-59 jaar telt
ook in deze nog ruim 9%.
Naast werk wordt de keuze voor verhuizen bepaald door de afwezig
heid van verontreiniging, aantrekkelijk wonen met een ruim aanbod,
de mentaliteit van de bevolking en voorzieningen als zorg, ziekenhuis
en onderwijs.
In Zeeland in de markt - Het imago van Zeeland onder Zeeuwen, (overige) Neder
landers en ondernemers buiten Zeeland (Research voor Beleid, Gerte Fokkema)
is eveneens telefonisch een aantal gegevens achterhaald. De provincie
Zeeland was opdrachtgever, de hoofddoelstellingen waren: het ombuigen
van de negatieve bevolkingsontwikkeling en het behoud en de verster
king van de kwaliteiten, voorzieningen en het vestigingsklimaat van
Zeeland. De belangrijkste vragen betroffen het imago en Zeeland als
woon-, toeristisch-recreatief gebied en vestigingsgebied voor bedrijven.
167