VAN MISSISSIPPI NAAR WESTERSCHELDE
we een flink repertoire op. We hadden in eerste instantie vooral een voor
keur voor de nummers van Leadbelly. In de muziekbibliotheek leenden
we songboeken en bij muziekhandel Van Damme in Middelburg kochten
we er zelf ook een aantal. Avond aan avond zaten we te jammen. Theo
zocht de gitaarpartijen van songs uit en ik probeerde de teksten te ontcij
feren. In die tijd heb ik echt geleerd om op het eerste gehoor onbegrijpe
lijke bluesteksten te ontwarren en ben ik begonnen met de aanleg van
een verzameling songteksten waar we tot op de dag van vandaag nog
steeds gebruik van maken. Op een oude bandrecorder namen we onze
eerste bluessongs op. Hardnekkig probeerden we het bluesgeluid van
onze Amerikaanse voorbeelden te imiteren. Dat bleek een onmogelijke
opgave: wij waren nu eenmaal twee blanke Zeeuwse jongens, die in
betrekkelijke weelde waren opgegroeid en nog nauwelijks iets schok
kends hadden meegemaakt. Niet echt een goede basis voor het zingen
van de blues. Na het horen van een aantal jonge, blanke Amerikaanse
countryblueszangers kregen we wat meer zelfvertrouwen. Ook hen lukte
het vocaal niet je de oorspronkelijke vertolkers te doen vergeten. Al vrij
vlot legden wij ons neer bij onze beperkingen en gingen op zoek naar een
eigen geluid. Terugluisterend naar die vroege opnamen valt me steeds
weer op hoe fanatiek we waren en hoe puristisch we de muziek benader
den. Achteraf gezien was het een onontbeerlijke periode in onze muzika
le ontwikkeling.
Van The Delta Blue Boys
naar The Down Town Jug Stompers
Na een jaar of wat muzikaal monnikenwerk te hebben verricht, met af
en toe een optreden in de huiselijke kring, waren we toe aan de kritische
oren van andere bluesliefhebbers. Nu bleek er in 1977 in Goes een heuse
bluesclub te bestaan. Die was een keer in de veertien dagen op vrijdag
avond geopend. Er traden Nederlandse bluesacts op en regelmatig was
er een open podium. Daar speelden wij voor het eerst voor een publiek,
dat we -verstijfd van de zenuwen- nauwelijks aan durfden te kijken.
We noemden ons The Delta Blue Boys. Ons eerste echte optreden was in
Seventy Seven, een van de oudste café's van Middelburg. Een week voor
zo'n optreden liep ik al rond met de kriebels in mijn buik, een mengeling
van gezonde spanning en pure plankenkoorts. Niet veel later werd ons
duo tot een trio uitgebreid met Wim Clarijs, op wasbord, kokosnoten en
neusfluit. Wim zat bij Theo, die inmiddels ook de onderwijzersopleiding
volgde, in de klas en had ook veel belangstelling voor muziek met wor
tels. In navolging van de jugbands uit Memphis in de jaren twintig,
noemden we onszelf The Down Town Jug Stompers. Met dit trio moch
ten we eind 1979 het voorprogramma verzorgen van het duo John
Caljouw en wijlen Ad Meeusen. En vanaf dat moment raakten we letter
lijk in een muzikale stroomversnelling. Nog diezelfde avond waren we
een kwintet. Violist Kees Wesdorp en zijn toenmalige, zingende vriendin
181