Jan Bart Mandos (Gemert, 1949) studeerde bouwkunde aan de Techni
sche Universiteit in Delft. Vervulde in die tijd verschillende bestuurlijke
functies.Werd in 1978 lid van de gemeenteraad van Delft en was van
1982 tot 1990 wethouder van ondermeer volkshuisvesting, sport en recre
atie in diezelfde gemeente.Onder zijn beleid werd een nieuw systeem
ontwikkeld voor de woonruimteverdeling,dat later landelijk bekend werd
als het Delftse Model.Ook privatiseerde hij in die tijd het gemeentelijke
woningbedrijf. In 1990 werd hij benoemd tot burgemeester van Borsele.
Hij speelde in het begin van de negentiger jaren een belangrijke rol bij de
totstandkoming van de Westerschelde Tunnel. Hij was tijdens zijn burge
meesterschap ook lid van Zeeland Seaports en commissaris van de N.V.
Delta Nutsbedrijven. De vernieuwing van de gemeentelijke organisatie
en van het Borselse gemeentebestuur kenmerkten zijn burgemeester
schap; experimenten werden daarbij niet geschuwd.Bij de discussie over
het ruimtelijke ordeningsbeleid van de provincie Zeeland lanceerde hij
enige tijd geleden het idee van nieuwe dorpen als alternatief voor de uit
breidingswijken bij de bestaande steden en dorpen. Sinds januari 2002 is
hij voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool Zeeland.
Andreas Oosthoek ('s-Heer Arendskerke, 1942) is dichter, journalist,
hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant. In 1987 verscheen
de bundeling van zijn vroege gedichten De bladen terug (Meulenhoff),
in 1993 gevolgd door de bundel Tijger en lam (Slibreeks). Hij publiceerde
de Van Schagen-monografie Ik ga maar en ben (Den Boer), een Bulkboek
(Knippenberg) over de dichter Martinus Nijhoff aan wiens biografie
(Open Domein/Arbeiderspers) hij werkt. Hij verzorgde de in 1996 ver
schenen documentaire uitgave M. Nijhoff, Brieven aan mijn vroinu (Bert
Bakker Prometheus)
Rebecca van Wittene (Middelburg, 1963) studeerde aan de Rijks
Pedagogische Academie in Middelburg en was acht jaar werkzaam als
onderwijzeres. Ze werkte drie jaar bij Uitgeverij Zwijsen in Tilburg, waar
ze zich als bureauredacteur bezig hield met de ontwikkeling van een
nieuwe leermethode wereldoriëntatie. Intussen maakte ze kennis met het
radio- en televisievak door mee te werken aan het programma Minjon
van de AVRO. In 1990 werd het haar beroep. Bij Omroep Zeeland maakte
ze verschillende programma's voor de radio. Vanaf 1999 werkt ze als
programmamaker televisie. Sinds die tijd stelt ze het kunst- en cultuur
programma 'Springtij' samen.
203