EÉN NIEUWE DELTA
water, dat dus steeds meer wordt? Ruimte voor de rivier en ruimte voor
de kust is het nieuwe beleid. Vandaar dat de Delta ook weer in beeld
komt voor de afvoer van hoge waters op de Rijn en de Maas. Door de
afvoer van dat rivierwater zoals dat vroeger van nature het geval was,
te spreiden over het Haringvliet en de rest van de Delta, top je de hoge
afvoerpieken in het benedenrivierengebied af. De Deltawateren dragen
op die manier bij aan de veiligheid tegen overstromingen bij Dordrecht
en Rotterdam. Want blijvende veiligheid tegen overstromingen is ook in
deze nieuwe visie een belangrijk doel.."
Met z'n allen naar Saeftinghe?
"Hoe houden we de zeespiegelstijging in de komende eeuwen buiten de
deur? Aan welke oplossingen wordt gedacht?
De oudste polders van Zeeland zijn meestal het diepst. Dat is logisch
want zodra je een schor of plaat hebt ingepolderd houdt de aanslibbing
en daarmee de ophoging op en begint het inklinken en de bodemdaling.
Zeeuwse eilanden hebben dan ook vaak een schotelvorm, in het midden
het diepst. De buitendijks gelegen schorren en bijvoorbeeld ook Saeftinghe
zijn opmerkelijk genoeg de hoogst gelegen delen van Zeeland."
Adriaanse zegt met een lachje: "Eigenlijk zouden de 370.000 Zeeuwen
een paar eeuwen op Saeftinghe moeten gaan wonen zodat de rest van
Zeeland weer een paar meter zou kunnen opslibben. Dat is natuurlijk
flauwekul maar geeft wel de essentie van de situatie weer. We moeten
af van het denken in steeds hogere dijken. Dat is op den duur niet vol
te houden want hoe hoger de dijk des te groter is de schade bij een dijk
doorbraak. We studeren op andere oplossingen voor de lange termijn.
Éen daarvan is het concept van de verbrede waterkeringen. Je moet dan
denken aan een breed voorland vóór de dijk dat mee opslibt met de stij
ging van de zeespiegel. Je tempert zodoende de golfoploop bij storm.
Of je maakt achter de dijk een achterland begrensd door een tweede dijk,
Een breed voorland voor
de dijk, dat mee opslibt
met de zeespiegelstijging,
tempert de golfoploop bij
storm.
Bron: RWS Directie Zeeland.
61