LAURENS GEERSE
Gesprekken over vroeger
'Zo werd ik van smeerjongen geleidelijk machinist op een dragline. Toen heb ik
een grote fout gemaakt. Werk was er genoeg, maar ik solliciteerde bij de Van
Oorden. Ik voelde me verbonden, weet je, bloedbroeders. Zelfde geloof, zelfde
band. Toen ben ik stom genoeg Zeeland uitgegaan. Nee, schrijven deed ik toen
nog niet. Wel zwijgen, eigenlijk zweeg ik in alle talen.
Vooral met mijn vader en moeder. Maar er is veel met me gebeurd en het is niet
altijd goed gegaan. Ik heb er over geschreven in Gesprekken met mezelf. Voor
wie het verstaat is het te begrijpen.
- U weet zich er aardig uit te redden, dat moet ik zeggen, wat me heel
sympathiek in de oren klinkt is de rol die u in uw relaas toebedeelt aan
oude paarden; menig spychiater zou er jaloers van worden. Hoe is trou
wens uw houding ten opzichte van de spychiatrie? Heeft schrijven een
therapeutische werking voor u?
- Ach, wat zal ik daar op antwoorden. Ik denk dat elke schrijver wel eens
iets schrijft om erger te voorkomen.
- Erger?
- Ja, erger! Je wordt opgenomen en neergelegd in de barak, zo'n houten
bouwsel dat elk zichzelf respecterend Gasthuis uit de jaren vijftig in zijn
tuin had staan, maar je hebt geen t.b. In de behandelkamer krijg je een
koptelefoon opgezet, maar de schelpen bedekken niet je oren doch druk
ken tegen je slapen. Een handel als aan een oude kassa wordt overge
haald en - pats! - daar lig je reeds te rinkelen en met je poten te slaan als
een pardoes neergeschoten varken. Kijk, zulke halve executies kunnen
beter maar voorkomen worden, vindt u ook niet?
- Was het zo erg?
- Voor mijn medepatiënten wel. Maar omdat ik zelf tot liet soort lulletje
lampolie behoor dat zich met lijf en ziel kan overgeven aan een genees
heer, welk soort vernederende, pijnlijke of gevaarlijke behandeling deze
ook moge voorstaan, was het voor mij allemaal wat minder bedreigend
dan ik het u heb geschetst.
- Gelukkig maar. Vindt u trouwens dat het afgeschaft dient te worden?
Er gaan nogal wat stemmen op in die richting.
- Ik weet het niet. Als alle middelen falen rest nu eenmaal slechts het
paardemiddel. Want een paardemiddel is het, dat wel!
- Paardemiddel! Een paardemiddel! Het lijkt wel of we niet van die paar
den af kunnen raken, we er boven op moeten blijven zitten.
- Ja! ik moet er eens mee ophouden, met die paardeverhalen.
Uit: Gesprekken met mezelf of 't Paard van Plooyen.
'Weet je, ik was verschrikkelijk gereformeerd. Scheuring in de families, verbroken
liefdes, Ik heb het allemaal meegemaakt. Ik hoor mijn zuster nog julen bij een
verbroken verhouding. Maar ik, ik had dromen, een notie van iets anders. Toen
104