LAURENS GEERSE DAAR HAD HIJ NIET OP GEREKEND Gisteren is hij thuisgekomen; in weerwil van zijn dromen. Een lid wilde zich weren en chauffeerde. Een heus gebaar van die peer, nietwaar? Als gebeugeld. Maar hij berekende wel. Daar had hij niet op gerekend. Wanneer de dis aangerecht is hebben ze naast zijn boterhamplank enkel het ijzeren mes neergelegd. Hij wenst ook de rest. Maar iemand werkt tegen. Dat hadden ze dus kunnen weten. Eer 'de bete' vergaat is er om een zegen gebeden en uit 'de Boek' gelezen. Een vermanend gedeelte. Hij weet niet goed meer waar het staat. Wel dat het hem woedend maakte, want het was bedoeld voor hem. Zijn bed staat nu in de kamer, (de mooie). Samen met de pauweveren - in hun tere bekers tooiend de schouw, de Biedermeier secretaire van zijn vader, de glanzende mahoniehouten stoelen, en tafel met zijn afhangend kleed van groen Daar er lang niet gelucht is is er iets mis met de lucht, ook is het er uitermate kil. Voor stikken beducht port hij een ruit uit de sponning en wordt het nog killer. Uit een wandkast haalt hij op de tast een handzame kachel; en sluit die aan. De volgende dag ziet hij zijn vader stilzwijgend naar de timmerman gaan en snijdt zij 'floep' stiekem het snoer van het kacheltje af. Waarna ze botweg alles ontkent. God, dat zijn moeder de moed had zo glashard te liegen...! Daar had hij niet op gerekend. de ovale pluche. 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 108