DE ROEM VAN YERSEKE Vijf kubussen - een nieuw bassin De eerste oktober 2002 viel op een prachtige, in nazomer gedompelde dinsdag. We hadden erop gewacht. Het was de eerste oesterdag. Eerder mocht Joop Paauwe van Roem van Yerseke ze niet verkopen. Alle eerde re bezoeken aan Roem van Yerseke's keet bij oesterput 14 aan de Haven- dijk ten spijt, lukte het niet een vervolg te geven aan de bijna wekelijkse gewoonte tot in april om er een mandje Zeeuwse platten te halen. Ze komen uit de Oosterschelde, de Grevelingen, Ierland, of misschien wel uit Denemarken, maar hier verwaterd tot die beroemde Zeeuwse. Zo uit de put in de ijzeren mand geschept, opgehaald, uitgestort op de sorteer- tafel in de keet, even proeven - ja ze zijn steeds opnieuw verrukkelijk. Doe maar 25 vier nullen. Of weet je wat, doe maar twee mandjes. Ik weet nog wel iemand die ze lust. Dit is puur, zuiver, de gepolijste smaak van de zee. Helaas. Het seizoen mocht dan begonnen zijn, de keet was op slot. Er stonden nog wat bakken 'Zeeuws goud' onder water te glinsteren. Maar dat was het dan. Anderhalve kilometer verderop in een loods achter Van As Zeeland aan de Korringaweg vonden we 'onze oesterman nen' terug. De drie, vier, vijf en zes nullen verwateren er in overdekte, op elkaar gestapelde, bijna kubusvormige, grijze, kunststoffen kisten, waar met slangen het Oosterscheldewater doorgevoerd wordt. Vijf kisten op elkaar is twee kubieke meter: het bassin. Daaruit worden ze in kleinere rechthoekige blauwe plastic kistjes getild en per lorry - de spykstaal - naar de nieuwe bedrijfsruimte gebracht om er verpakt te worden. De smaak is gelijk, maar de nostalgie is over, een oude romantiek ver schraald. Een half jaar later staat er vies, drabbig water in put 14. Groene algen woekeren in wat eerder de spiegel van het Zeeuwse goud was. Vanouds een seizoensverschijnsel, nu teken aan de wand? Oesterput 14. Foto: Jan-Paul Bron 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 12