JONGEREN EN DE TOEKOMST
beslissers en belangstellenden toezeggingen over een vervolg zouden
doen.
4. In het uitvoeringstraject tenslotte worden de ideeën gerealiseerd die
op daadwerkelijke steun kunnen rekenen. Dat betekent dat zowel
onder de jongeren als onder de Zeeuwse bevolking en besluitvormers
in Zeeland draagvlak moet worden opgebouwd. Deze laatste twee
groepen moeten bereid gevonden worden om een of meer ideeën te
adopteren en ze in samenwerking met de jongeren tot realisatie te
brengen. Voor alle betrokken partijen wordt een lange-termijn commit
ment verwacht.
Waarin verschillen jongeren van ouderen en hoe kunnen ze het best
betrokken worden?
Naast het achterhalen van de wensbeelden en ideeën van jongeren voor
hun regio, had het project nog een aantal andere doelen. Zo was het
leren over jongerenparticipatie zowel voor de Hogeschool als voor het
InnovatieNetwerk een belangrijk nevendoel. Wat werkt wanneer je
jongeren wilt betrekken? Ook interessant was de vraag of de wensen en
ideeën van jongeren nu anders zijn dan die van ouderen. Jongeren wijken
qua levensgevoel en in denken af van ouderen (Niewerth 2001). Gezegd
wordt wel dat zij minder vastzitten aan bestaande manieren van denken
en dat zij daarom eerder openstaan voor innovatieve ideeën. Bovendien
is te verwachten dat zij een frisse kijk op bestaande problemen hebben.
Jongeren zouden een belangrijke input kunnen leveren voor strategische
keuzes, die gemaakt moeten worden bij het ontwikkelen van een regio.
Levensfase, generatie- en cultuurkenmerken spelen bij de bestudering
van jongeren altijd een rol. In zijn algemeenheid is bekend dat zij com
plexe vraagstukken op een andere manier benaderen dan de meeste vol
wassenen. Ze denken meestal niet lineair, in opeenvolgende stappen,
maar in netwerken, in naast elkaar bestaande acties die elkaar soms wel,
soms ook niet beïnvloeden. Ze worden in hun besluitvorming nog zelden
gehinderd door bestaande plannen, eerdere pogingen tot verandering, of
historisch gegroeide verhoudingen tussen partijen. Hun frisse kijk zou
kunnen leiden tot vernieuwende inzichten. Jongeren zijn nog niet in staat
gesteld om lang op een bepaalde manier te werken, of om te ervaren hoe
eigen initiatieven kunnen vastlopen op bestaande verhoudingen.
Bovendien zijn ze nog bezig hun idee over wie ze zijn te ontwikkelen.
Hun identiteit staat nog niet vast; daardoor staan ze in principe meer
dan andere leeftijdsgroepen open voor nieuwe ideeën. Dat maakt jonge
ren onbevangener.
Uit recent onderzoek is gebleken dat het maatschappelijk en politiek
engagement onder jongere generaties sterk is toegenomen (zie artikelen
in NRC Handelblad en de Volkskrant). Het gaat niet alleen om betrok
kenheid bij politiek den Haag, maar ook om verantwoordelijkheidsgevoel
ten opzichte van andere mensen en de directe omgeving. Volgens de
mentaliteitsmonitor van bureau Motivaction bestaat onder twintigers de
behoefte om zelf iets bij te dragen aan een betere wereld. De zogenoemde
191