DE ROEM VAN YERSEKE
Het "koninginnetje"
van Yêse.
Hun overwoekering werd met overheids
steun bestreden door ze op te vissen en te
storten op plekken met bewegend zand, waar
ze minder kwaad konden (de Slipperplaat). Is
het een idee van Johannes van der Endt
geweest om het visvlees van die slippers te
koken, in potjes te doen en te exporteren naar
België? Volgens Jan Louwerse, via moeders
zijde verwant aan de Van der Endten, was dat
in elk geval het voornaamste afzetgebied.
Louwerse, die zelf in die tijd slippers heeft
opgevist en in 'Smerdiek' afgeleverd, proeft
in gedachten nog de vrij sterke smaak van het
slippervlees. Hij weet ook nog hoe er veel,
vooral vrouwelijke werkkrachten in de weer
waren om het gekookte vlees met spelden uit
de schelpen te pulken. De twintig jaar oude
Jannie deed hier haar eerste ervaring als
zakenvrouw op, want zij was het die de rela
ties met de klanten legde. Handelsgeest had
ze van geen vreemde. Volgens Jan Louwerse
leek ze in dat opzicht - en trouwens ook uiter
lijk - veel op haar oma, die in het dorp een
kruidenierswinkel dreef. Huib Lacor zal zich
meer met het productieproces hebben bezig
gehouden. Oudste dochter Ineke, die in St.
Maartensdijk is geboren, herinnert zich haar
moeder in later jaren als degene die de zake
lijke contacten had en onderhield.
Lang duurde het niet in St. Maartensdijk. Iedereen heeft weet van de
inundatie van Walcheren door de geallieerden. Minder bekend is dat
ook Schouwen-Duiveland en Tholen in 1944 onder water werden gezet.
Hier was het de Duitse bezetter, die daartoe overging. De mensen wer
den geëvacueerd en zo kwamen Huib en Jannie met hun oudste dochter
in Yerseke. De Belgische klanten waren er nog en met die contacten
begonnen de jonge ondernemers hier in het conservenbedrijfje van de
eigen familie. Het was in de tijd dat Jannie's broer Jan naar Duitsland
moest en na de oorlog in de gritfabriek kwam. Tegelijkertijd werden er
volgens Jan Louwerse krukels, krabben en wulken, die vrij massaal op
de slikken werden verzameld, door de Lacors opgekocht. In de oester-
loods van vader Van der Endt werden die verpakt en van daaruit ver
kocht. De krukels gingen in houten vaatjes van 50 kilo van de hand.
Ook de verkoop van verse mosselen maakte deel uit van de handel van
Huib Lacor en Jannie van der Endt. Hun zoon Huub, de huidige eigenaar
van Roem van Yerseke, vertelt dat zijn ouders later de conservenzaak
van Jan Everse hebben overgenomen. Jan bleef als bedrijfsleider betrok
ken. De zaak floreerde. De aard van hun onderneming bracht met zich
19