WIM VAN GELDER
In de sollicitatie ziet Achterstraat, die zijn oud-collega altijd is blijven
volgen, een paar inschattingsfouten. "Hij is als geboren Amsterdammer
terechtgekomen in een typisch landelijk gebied. Dat heeft hij niet vol
doende onderkend. En hij heeft de mogelijkheden van het ambt in
Zeeland overschat. In Noord-Holland kreeg een commissaris de ruimte,
beheerde hij ook inhoudelijke portefeuilles. Vooral dat waarnemerschap
zette hem op het verkeerde been, want in Zeeland ging het anders. Daar
is hij teruggefloten door de gedeputeerden. Jammer genoeg overigens.
Ze hadden hem meer ruimte moeten geven, zijn expertise moeten
benutten, als econoom, op het vlak van drinkwatervoorziening enzo-
meer. Maar het tegendeel gebeurde. Hij kreeg nauwelijks inzage in de
stukken, heb ik begrepen."
Achterstraat wijt het niet alleen aan de Zeeuwse bestuurders. "Hij had
zelf ook handiger moeten zijn, hij is niet altijd genoeg politicus, te veel
stedeling ook. In de stad liggen de verhoudingen minder persoonlijk.
Op het platteland moet je zorgvuldiger met mensen omgaan."
Die tegenstelling ziet Pieter van Gelder niet zo. "Zijn vrouw komt uit
de Achterhoek. Hij heeft het daar altijd prettig gevonden, heeft ook veel
aandacht voor de natuur. Nee, dat is het punt niet." Hij heeft nog genoeg
contact met zijn broer om wel te weten dat de hoge verwachtingen niet
zijn ingelost. "De familie was heel trots toen de benoeming bekend werd.
Vader leefde niet meer, maar moeder vond het fantastisch. In eerste
instantie was het ook een geweldige promotie en hij is er met veel ambi
tie aan begonnen. Alleen heeft hij die niet helemaal waar kunnen maken.
Hij is nu een beetje gevlucht in andere bezigheden. Tja, je kunt als voor
zitter wel proberen de gedeputeerden te stimuleren, maar als zij er ande
re meningen op nahouden, kun je niks doen. Je bent niet hun baas."
Dat de verhoudingen zo liggen heeft Middelburger Arend de Ru zijn
loopbaan lang heel goed begrepen. De oud-kabinetschef, pas in de vut
gegaan, zag dus al gauw de leeuwen en beren opdoemen op het pad van
de nieuwe, bevlogen commissaris die hij kenschetst als 'een non-confor
mist, een Einzelganger en een oppotter, bij wie je niet zo gauw in zijn
binnenste kijkt'.
"In het begin was hij bevlogen om dingen te doen en te veranderen,
kwam hij op alle terreinen met visies over wat het provinciebestuur
zou moeten doen, had zelfs een speechwriter om zijn boodschap uit te
dragen. Maar daarbij lette hij niet erg op wat zijn omgeving ervan vond.
Dat is 'm lelijk opgebroken."
De dit jaar afgezwaaide VVD-gedeputeerde Gert van Zwieten, die acht
jaar lang met Van Gelder samenwerkte, bevestigt die lezing. "Hij wilde
door als bestuurder, maar kreeg als commissaris een heel andere rol.
Met die slag had hij moeite." Van Zwieten herinnert zich de ergernis bij
gedeputeerden over de ontboezemingen van hun voorzitter. "Die hebben
elk hun eigen winkeltje waar ze goed op passen. Als anderen met een
waardeoordeel komen zonder dat er overlegd is en je leest dat dan terug
in de krant, tja, dan heb je de irritatie. Een commissaris kan wel ruimte
47