WIM VAN GELDER krijgen maar die moet hij bevechten door zijn meerwaarde aan te tonen." Hij beaamt dat de profielschets van Provinciale Staten in 1992 hoge eisen stelde aan de nieuwe commissaris. "De rode draad was: We zijn als Zeeland altijd te schuchter, we hebben meer in huis dan we laten zien, we moeten naar buiten toe assertiever worden om dat andere beeld over te brengen. Een commissaris zoals Wiegel destijds in Friesland was het rolmodel, iemand met gezag en een netwerk. Nou ja, die dachten we gevonden te hebben." Ook Arend de Ru gelooft dat het hoge verwachtingspatroon Van Gelder is opgebroken en verwijt dat ook de Staten. "Goed, hij was niet tactisch en diplomatiek genoeg. Maar zij hebben de noodkreten dat zijn taken pakket niet overeen stemde met de eisen in de profielschets niet opge vangen. Ze wilden een schaap met vijf poten maar maakten er een lam geslagen eend van." De animositeit binnen het college van Gedeputeerde Staten kon die eerste jaren volgens hem hoog oplopen. Kinnesinne speelde ook een rol. Een commissaris van de koningin staat in sommige kringen nu eenmaal in hoger aanzien dan een gedeputeerde. De bevoorrechting die daaruit soms volgde, gaf scheve ogen. Maar uiteindelijk heeft het 'management bij speech' dat Van Gelder die eerste jaren zo graag hanteerde, hem de das omgedaan. De Ru: "De gede puteerden zeiden: We zullen 'm wel krijgen, het zijn onze portefeuilles. In de eerste drie jaar is het fundament gelegd voor een klimaat waarin hij werd gezien als een ongeleid projectiel. En dat wilden ze niet. Bruinooge ging zelfs schaduwvergaderingen houden zonder Van Gelder. Het is echt heel jammer. Hij is een man met brille, met geweldige invallen. Dat is allemaal niet benut. Ik heb hem nog vaak gewaarschuwd dat hij een beetje moest dimmen, opletten of de troepen hem nog wel volgden, maar daar had-ie geen zin in. Ik, wegzakken in het Zeeuwse moeras? Nee hoor, daar heb ik geen zin in. Dat soort reactie kreeg je dan. Het resultaat is tien jaar oorlog. Bijna tragisch noem ik het." Van Zwieten: "Al die jaren was de status quo een soort gewapende vrede. Hij legde zich toe op andere activiteiten. Weet je dat ik hem in die acht jaar dat ik gedeputeerde ben geweest, één keer op mijn kamer heb gezien? En zelf ging ik nooit naar hem toe." Ook statenlid Martin Wiersma (Groen Links) denkt dat het beeld van de invloedrijke commissarissen in de noordelijke provincies Van Gelder op het verkeerde been heeft gezet. "Maar die invloed zit niet per definitie in het ambt." Verder meent hij dat de intellectueel en econoom die de commissaris is, een bedreiging vormde voor mensen als de selfmade bestuurder Daan Bruinooge. Maar het grootste manco ziet hij in 'een gebrek aan inlevingsvermogen, aan empathie', waarbij Wiersma een gewaagd pleidooi voor ontpoldering als voorbeeld noemt. Typisch, dat doet vanuit Badhoevedorp Jan Achter straat ook. "Je moet invoelen dat mensen in Zeeland er bezwaar tegen hebben om polders te laten inlopen. Soms moet je de menselijke toets voorrang geven boven een puur rationele, intellectuele benadering." 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 50