WIM VAN GELDER
Tijdens zijn reis naar
Bhutan (2001) bezoekt
Van Gelder de directeur
van het Economisch
nstituut in diens privé-
woning.
Ook zijn bezigheden in Europa bevallen hem. Reisde hij niet naar alle
toekomstige lidstaten. En dat uitstapje naar Bhutan dan, de tweejaarlijkse
ceremonie rond de Four Freedoms Awards in New York, zijn bezoek aan
het hoofdkantoor van Dow Chemical in Midland. Enzovoort. Wat wil een
mens nog meer? Trouwens, ook in Zeeland kan hij zijn analytisch vermo
gen nog kwijt, is zijn nieuwsgierigheid niet gedoofd.
Omdat hij weinig bestuurlijke ruimte kreeg, is de actor observator gewor
den, zegt hij zelf. Of: "Ik ben als econoom gekomen, maar heb me ont
wikkeld tot socioloog en dat is ook leuk." Het verklaart zijn interesse in
het dialect waar hij ineens mee op de proppen kwam. Als onderzoekend
socioloog, maar ook als vurig pleitbezorger.
Waarom? Hij tovert zo een rijtje argumenten uit de mouw. "Folkore?
Nee, het is cultuur. Mensen kunnen zich in hun eigen taal beter uitdruk
ken. Weet je dat Ennaus Heerma droomde in het Fries? En kijk eens naai
de flux de bouche die Adri Dek, toch een saaie politicus, ineens kreeg als
hij dialect ging spreken. Neem de beraadslagingen in Europa. Hebben
ze eens ruzie, gaat het in het Engels, maar dat werkt niet, dat moet in je
moerstaal."
Het enige bezwaar dat hij ziet is dat dialect ook een 'onder-ons-taal' is.
"Dat heb ik gezien in de discussie over ontpoldering. Dan wordt het een
wij-tegen-zij-taal." Toch verzet hij zich tegen de notie dat 'dialect boers
is, dat je pas meetelt als je Nederlands spreekt'. "Natuurlijk moet je meer
talig zijn, je moet ook Nederlands spreken, maar een dialect daarnaast is
een verrijking."
Het keurslijf dat de overvolle agenda is - de man rent echt van hot
naar her -, maakt een eind aan het eerste gesprek. "Maar zullen we een
nieuwe afspraak maken?" De indruk dat nog te veel onbesproken bleef,
is wederzijds.
57