I 105 Kleren en kunst Folklore is bevroren geschiedenis. De tijd staat hier stil, omwille van het (tijdelijk) behoud van een cultuur of cultuurobject dat anders verloren gaat. Losgezongen van de mensen die ze omhulden en de plaats waar ze gedragen werden, zijn streekdrachten tot meelijwekkende, statische objecten geworden. De twijfel over de museale waarde van niet alleen streekdrachten, maar alle soorten kle ding, werd onlangs uitgesproken door de directeur van het Haags Gemeentemuseum Wim van Krimpen. "Kostuums zijn een las tig onderdeel van de collectie," zei hij in een interview, "ze vergen veel zorg, kunnen alleen achter glas en in schemerlicht worden geëxposeerd en trekken weinig publiek." Het was Van krimpen natuurlijk niet ont gaan dat veel kunst onder deze omstandig heden wordt getoond. Op de gretige vraag van de interviewster of Van Krimpen de col lectie kostuums niet liever helemaal kwijt wil antwoordde hij: "Dit is een kunstmuse um en je moet niet van alles kunst of toe gepaste kunst willen maken. Mode en kostuums zijn voor mij een grensgeval." Wanneer hoort kleding tot de kunst'? Kunst maakt ons gelukkig, stemt tot reflectie, leert ons over schoonheid. Kunst ontroert, verrast of verontrust ons. Ze geeft inzicht en dient ons tot inspiratie. Als kleding aan een van die voorwaarden voldoet kan ze in een kunstmuseum thuishoren, want we verwachten dat zo'n museum deze gevoelens oproept. Als de kleding hier thuishoort is zij tot kunst geworden. Men is vaak geneigd te denken dat kunst altijd als zodanig wordt geboren. Maar veel objecten in een museum zijn in die rol gegroeid. Ze dienden ooit als oorlogstuig, eetgerei of instrumenten van religieuze verering. In het geval van kleding misschien in een enkel geval als huid bedekking om de kou te trotseren, maar veel vaker als lichamelijke versierselen om sociale markeringen tot uitdrukking te brengen. En nu zijn deze voorwerpen ontsla gen van hun functie, tot onderwerp van seculiere bewondering gemaakt. We kijken er naar, begrijpen niet hoe het allemaal werkt, maar vinden wel schoonheid en (voor degene die er op studeert) virtuositeit. Hierin schuilt hun kunst-zijn. want ook de kunst die als kunst is geconcipieerd treft ons als iets bijzonders zonder dat we haar helemaal hoeven te doorgronden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 107