Kenmerkend voor zowel fotografie als winkel is een diffuse verleiding, die zich richt op associaties en gevoelens. Het gekke is dat daarmee een oude gedachte opnieuw vorm krijgt. De plechtige, haast sacrale sfeer die de objecten omsluiert in een muse um en waarvan men vaak aanneemt dat zij de bezoeker afschrikt, wordt hier via een andere weg gelegitimeerd, behouden en van glamour voorzien. Het medium film, dat een belangrijk stempel drukt op de nieuwe inrichting, voegt daar nog iets aan toe: bewegend beeld, de wijze waarop kleding valt om het lichaam (dat overigens in de loop der eeuwen behoorlijk veranderd is), het ruisen der rokken, het meppen van de ketting en het tingelen van de strikken. Film geeft een ruk aan onze beeldvorming door het object heel dichtbij te halen. Hij beinvloedt onze percep tie door de streekdrachten in een nieuw perspectief te plaatsen en ze een eigen leven te geven. Het bezwaar tegen deze presentatievormen, zal men zeggen, is dat ze te weinig ver trouwen schenken aan de zeggingskracht van het getoonde object. Door het scheppen van een sfeer, een verhaal rondom dat object, leiden ze de aandacht af van de oor spronkelijke reden voor het museumbezoek. Ook zou men kunnen vrezen voor een overschot aan verbeelding waardoor de geschiedenis wordt vervalst, zoals dat al zo vaak in kunstmusea gebeurt omdat men liever schoonheid dan waarheid koestert. Ten slotte kan het probleem zich voordoen dat de presentatie zo goed gemaakt wordt dat ze gaat concurreren met het getoonde object. In een enkel geval zal het voorkomen dat een begelei dende film meer kijkers trekt dan het collectiestuk. Ik geloof echter dat het museum verliest als het niet de grenzen van deze sfeerbehande ling, verbeelding en concurrentie opzoekt. Als die grenzen niet wor den verkend verarmt de presentatie en zal de collectie op den duur het onderspit delven. Als je er goed naar kijkt is de associatieve vorm in het geheel niet vreemd voor een museum: het benadrukken van schoonheid en verleiding, inzoomen op detail, vertoon van glamour, suggestie van beweging, ze beantwoorden alle aan de doodgewone behoefte van bezoekers eerst te kijken en voelen, pas daarna geschiedenis te horen en om uitleg te vragen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 115