Tussen schraalheid en overdaad
WYT2E PATIJN- VLISSINGE
Uniek, die vier Jugendstilhuizen. Slapen in de ene, ontbijten in de andere en de hotel
balie in weer een andere. Geweldig vond hij het. Zó geweldig, dat hij het niet alleen
enthousiast vertelt, maar, zo zegt hij in een tweede gesprek, dit zelf haast letterlijk zo
op schrift heeft gezet in zijn bijdrage voor een boek dat in 2005 over de stadhuizen
van Vlissingen moet verschijnen. In diezelfde tijd ontdekte hij ook het Wooldhuis.
Lopend over de boulevard - de mooiste van Nederland - zag hij dat er een bed
breakfast accomodatie geboden werd. Hij greep de kans om dit fraaie landhuis aan
het eind van de boulevard van binnen te bekijken en te beleven. Hij wisselde van
logeeradres, was meteen onder de indruk van die binnenkant. Prachtig ruimtelijk ont
worpen. Heeft het van buiten een mooie architectuur, pas binnen blijkt hoe geweldig
het Wooldhuis door de Haagse architect Dirk Roosenburg (1887-1962) op zijn locatie
en het uitzicht is ontworpen. "Het ontwerp heeft het uitzicht tot een deugd verheven",
zegt Patijn.
Wytze was toen net benoemd tot hoogleraar architectonisch ontwerpen, woningbouw
en woonomgeving aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Hij besloot - het was
in 1994 - om een week in het Wooldhuis te gaan zitten om daar zijn oratie te schrij
ven. "Niks heb ik geschreven, ik heb alleen maar naar buiten zitten kijken", zegt hij.
Maar dat klopt niet helemaal, want hij heeft zich er wel degelijk laten inspireren tot
zijn openbare les met de intrigerende titel 'Tussen schraalheid en overdaad'. Hierin
voert hij een tweegesprek op tussen de makelaar en de architect, tussen de verkoop
baarheid van de middelmaat en de ambitie van het bijzondere, tussen een steden
bouwkundig plan als voorwaarde om consistent te kunnen bouwen, of ais compositie,
139