Het stadhuis: "Zo'n gebouw moetje nooit slopen!" WYTZE PATIJN- VLISSINGE die structuur geeft aan de architectonische uitwerking. Het Wooldhuis was in die tijd door een projectontwikkelaar, de Hopmansgroep. gekocht om het te slopen. Er zou een modern appartementengebouw in hoogbouwvorm voor in de plaats komen. "Alles van waarde is weerloos". Patijn citeert, als zovelen, deze gevleugelde dichtregel van Lucebert. Hij had er ook de vervolgregel bij kunnen betrekken: "wordt van aanraak- baarheid rijk en aan alles gelijk". Aan het slot van zijn oratie neemt hij het voorbeeld van het Wooldhuis, samen met de huizen Waailust en Zandloper, om duidelijk te maken hoe de architect Roosenburg de stedenbouwkundige situatie van de locatie volledig heeft uitgebuit en hoe de architectuur in symbiose daarmee is ontworpen. In de slotzin van zijn oratie zegt Patijn dat hij staat voor de intrinsieke kwaliteit van stedenbouw en architectuur. "Het huidige tijdsgewricht met zijn 'marktgerichtheid' brengt het gevaar met zich mee van een toenemende schraalheid en eenvormigheid van de woonprogramma's en een overdaad aan zinloze opsmuk en holle retoriek van de architectonische vormgeving." Dat was in 1994. Tien jaar geleden! Nog steeds zijn het woorden om naar te luisteren. Gelukkig is het Wooldhuis behouden gebleven, gespaard voor de nivellering van de marktgerichte middenmaatcultuur. Er was toen al een comité, de Stichting Wooldhuis, dat zich inzette voor het behoud. Toen Patijn in 1995 benoemd werd tot Rijksbouwmeester heeft hij in die functie de Staatssecre taris van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geadviseerd het gebouw op te nemen in de lijst van beschermde monumenten en heeft hij erover gesproken met Kees de Keijzer, de wethouder met onder andere Volkshuisvesting en Monumenten in zijn portefeuille. Die heeft zich toen sterk gemaakt voor het behoud van het Wooldhuis. De monumentenstatus maakte de weg vrij voor de verkoop door de projectontwikkelaar aan een particulier, J.G. van der Werf. De laatste liet het Wooldhuis voorbeeldig restaureren en gebruikt het nu als vakantie- of weekendresi dentie. In Zeelandboek deel 7 heeft Mirjam van Zuilen daarover een artikel geschre ven. De Stichting Wooldhuis had liever een openbare bestemming gezien, tenminste dat schrijft ze in haar in 1996 uitgegeven publicatie over de bouw, de geschiedenis en de mogelijke toekomst van het huis. Hoe het zij, het Wooldhuis is als belangrijk monument behouden en vertegenwoordigt in Vlissingen een blijvend beeldbepalend element van de boulevard. Dat is uiteindelijk aan de inspanningen van Rijksbouw meester Patijn. wethouder De Keijzer en aan de particuliere interesse van Van der Werf te danken. In die periode, dat wil zeggen de tijd dat Wytze Patijn Rijksbouwmeester was (1995- 2000) heeft hij ook het stadhuis bekeken. Voor velen een deprimerend gebouw. Als je de monumentale hal binnenkwam, uitlopend op een gigantische trap, waarachter een balie vooreen sombere muur, dan voelde je je klein en onprettig. De raadzaal leek door zijn absurde hoogte wel een kerkzaak Was dit stadhuis ontworpen om de macht van het bestuur uit te drukken? Om afstand tot de burgers te scheppen? Je zou als leek zeggen: afbreken die handel en een mooi nieuw, modem, aan de tijd aangepast stadhuis bouwen. Wytze Patijn zei toen tegen Kees de Keijzer: "Dat gebouw moet je nooit slopen, wantje krijgt het nooit meer terug!" Kees de Keijzer luisterde en wist

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 142