WYTZE PATIJN- VLISSINGEN de gemeenteraad te overtuigen. Er werd een prijsvraag uitgeschreven onder architec ten om het stadhuis te verbouwen, aan te passen aan de tijd. Dat was in 2000. De periode van vijf jaar Rijksbouwmeester zaten er op voor Wytze Patijn. Hij werd mededirecteur van Kuipercompagnons, Bureau voor Ruimtelijke Ordening, Steden bouw, Architectuur en Landschap. Vanuit die nieuwe functie deed hij mee aan de prijsvraag en won hem. Zo kreeg hij de opdracht. Het resultaat is een prachtig, functioneel en representatief stadhuis, dat de duidelijke sporen van Roosenburg, zeker in het exterieur, maar ook in het oorspronkelijke con cept heeft behouden, maar dat met een Wytze Patijn signatuur helder en transparant is geworden en ontdaan is van zijn deprimerende monumentaliteit. Wytze Patijn: "Het Roosenburg-stadhuis was in 1965 klaar. Roosenburg zeifis in 1962 overleden, ledereen die Roosenburg kent kan zien dat hij er niet tot het eind toe bij was. Er zijn invloeden van anderen, die het minder goed hebben gemaakt. Er zijn onevenwichtig heden in het ontwerp, waarvan je nu niet meer kan zeggen of die van Dirk Roosenburg zijn of van Jaap Luyt (1914 - 2000). De mooie, harmonische zijgevel aan de Paul Krügerstraat is typisch van Roosenburg, maar die monumentale trap binnen, die zware en ten dele onevenwichtige voorgevel, die hoge raadzaal lijken niet bij Roosenburg te passen". Het stadhuis, waar Wytze Patijn nu zijn stempel op heeft gezet, is een heel ander gebouw geworden. Opvallend is de voorgevel van glas met daarachter zichtbaar een scheepsbouwachtige constructie van balsahout, waarop de nieuwe raadzaal is gesitueerd. Die balsahouten constructie is een duidelijke verwij zing naar het maritieme karakter van Vlissingen. Het glas duidt op de transparantie. De raadsleden kunnen op hun beurt naar buiten kijken, als het ware voeling houden met hun stad, waarover ze beslissingen moeten nemen. Maar ook binnen is die hel derheid en dat doorzicht helemaal doorgevoerd. Dat zie je aan de representatieve hal achter de ingang op het Stadhuisplein, met de glazen lift, de trappen, die speels de verdiepingen verbinden, de glazen doorgang naar de publieksruimte, waarvoor aan de Paul Krügerstraat een aparte ingang is gemaakt. Via die ingang kom je in een atrium, met aan de ene zijde publieksbalies en aan de andere zijde het restaurant. Het vroe gere betegelde open carré is qua architectonische vorm gebleven, maar overdekt en functioneel bij de stadhuisruimte betrokken. Wat niet zichtbaar is, dat zijn de ingrij pende veranderingen in de techniek, de verwarming, koeling, isolatie. Voor de men sen, die in het gebouw werken is het nieuwe stadhuis helemaal aangepast aan de eisen van de tijd. De Rijksbouwmeester heeft het goed gezien, toen hij adviseerde om niet een compleet nieuw stadhuis te bouwen, maar om het monument ingrijpend te ver bouwen. In een nieuwbouwvorm had Vlissingen nooit zo'n mooi, open, ruim stadhuis gekregen. Het zou veel te duur geworden zijn om dat wat er nu is in nieuwbouw te realiseren. Wytze Patijn heeft met veel plezier aan het nieuwe stadhuis gewerkt. Enerzijds vond hij het spannend om die architectonische band met het verleden te zichtbaar te hou den, anderzijds om zo drastisch in te grijpen binnen de contouren van het bestaande. Was dat de uitdaging, ook de dimensie vindt hij eervol. "Het is het belangrijkste gebouw van de stad, hier wordt over de toekomst beslist, hier zetelt de democratie", zegt hij. 141

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 143