Jan Bart Mandos: luis in de pels
van het behoudende bestuur
„Ik heb altijd een scherpe koers gevaren"
MIRJAM VAN ZUILEN
Hij heeft een zeer herkenbare stijl van praten. Een licht Brabantse tongval
verraadt zijn afkomst. Hij begint zijn gesprekken rustig; vaak niet de handen
gevouwen, ogen dicht en zeer bedachtzaam. In eerste instantie naar woorden
zoekend, maar eenmaal op dreef niet te stuiten. Zo op het eerste gezicht lijkt
hij een weinig inspirerend leider. Dat is echter gezichtsbedrog. De praktijk is dat
hij vooral daar is waar de problemen groot zijn en leiderschap en vernieuwing
gewenst zijn. Hij weet uitstekend problemen het hoofd te bieden. Mensen die
hem goed kennen prijzen zijn diplomatie en vernieuwingsdrang.
Jan Bart Mandos (55) zegt daar zelf van: "Ik doe gewoon wat ik denk dat nodig
is. Problemen inventariseren. Rustig maar gestaag werken aan een oplossing.
En ik heb daarbij veel geluk".
Op dit moment is hij voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool
Zeeland. Hij was nog maar koud de bestuurskamer binnen of de school werd beticht
van fraude met collegegelden van buitenlandse studenten. Nota bene het Ministerie
van OC&W in de aanklagersrol. Later zou uit een landelijk onderzoek blijken dat een
aantal hogescholen de richtlijnen anders had uitgelegd dan het ministerie bedoelde.
Zeeland zou 11,8 miljoen Euro moeten terugbetalen.
Bovendien kreeg Jan Bart in zijn eerste week te horen dat de opleiding Verpleeg
kunde zo goed als failliet was. Mandos zit dan niet bij de pakken neer. Hij redt de
verpleegkundeopleiding en slaat met een accountantsrapport terug naar het ministerie.
Hij grijpt terug in de tijd om deze gestage vechtlust en de dosis tact die daarbij nodig
is te verklaren. "Dat vindt, denk ik zijn oorsprong in mijn studententijd. Ik was op
enig moment voorzitter van de studentenvereniging Sanctus Virgilius. De studenten
verenigingen hadden het in die tijd - begin jaren zeventig - moeilijk. Ze worstelden
nog met een aantal achterhaalde tradities, zoals ontgroening, en met een sterk afne
mende belangstelling van aankomende studenten. Juist in die tijd speelde in Delft de
communistische beweging een grote rol in het studentenleven. Zelfs bij de benoeming
van professoren en lectoren maakte deze beweging de dienst uit. "In die tijd moest ik
laveren tussen deze twee bewegingen, maar ik vond het wel hartstikke leuk".
Zijn gezicht licht op, de handen gaan gebaren en in de ogen komen tintelingen. Daar
is de Jan Bart Mandos die strijdbaar is, die geen zin heeft zich bij de eerste de beste
tegenslag neer te leggen. Als hij diep nadenkt, is dat ook de typering die hij van zich
zelf geeft. De zelfanalyse is dat hij die strijdbaarheid in zijn studententijd heeft ont-
149