Moeilijk vaarwater
Er bleek ook veel te doen. Er moesten dringend oude patronen doorbroken worden,
maar dat stuitte op de oude bestuurscultuur in Zeeland, waar gedeputeerden als De
Boe en De Voogd de nieuwe burgemeester te verstaan gaven dat bezwaar maken
tegen provinciale keuzes, zoals het tracé naar de tunnel, not done was. "Het was echt
te gek. Ze kwamen me gewoon vertellen dat het in Zeeland zo ging. Weerwoord ken
den ze niet. Ik had maar te luisteren. Daar was ik het uiteraard volstrekt mee oneens.
In mijn visie heeft de gemeente vooral op basis van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening de zeggenschap over zijn eigen grondgebied en niet de provincie. Ook niet
in Zeeland. Uiteindelijk is er na lang procederen met grote steun van college en
gemeenteraad het huidige tracé tot stand gekomen, samen met een hoop compense
rende maatregelen, zoals garanties voor woningbouw en de aanleg van het Sloebos.
Een goede zaak voor én de gemeente Borsele én de provincie Zeeland."
Uiteindelijk bleef Jan Bart 12 jaar in Borsele. „Na drie jaar werd ik gevraagd voor
Ridderkerk. Dat vond ik te vroeg. Ik heb uiteindelijk in Borsele veel kunnen doen.
Wel wilde ik eigenlijk nog een keer de overstap maken naar de Tweede Kamer. Maar
dat is er nooit van gekomen. Ik had - denk ik - te veel kritiek op de toenmalige fractie.
Mijn bezwaar was dat het CDA veel te weinig deed voor 'zijn' burgemeesters.
Ik kon me ook vreselijk ergeren aan de vragen die in de Kamer werden gesteld.
Dat nemen ze je nooit in dank af. Ik heb altijd een scherpe koers gevaren."
Ook nu zijn huidige werkgever, de Hogeschool Zeeland, in een moeilijk vaarwater
zit vaart Jan Bart scherp aan de wind.
De oriëntatie op een nieuwe uitdaging lag toch vooral binnen het Zeeuwse. "Ik wilde
niet weg, en mijn gezin ook niet. Ik deed er ook veel bij in die tijd. Was commissaris
bij DELTA; werd specialist op gebied van rampenbestrijding en zat ook in diverse
commissies van Binnenlandse Zaken die met dit onderwerp te maken hadden. Ook
binnen het CDA was ik wel actief."